Montage
3.5.5
Kookplaat inbouwen
☞ Monteer de kookplaat.
De handleiding van de kookplaat moet in acht genomen
worden.
Bij kookplaten met een glasdikte < 5 mm:
☞ Gebruik de extra onderlegprofielen (2x kort, 2x lang).
☞ Controleer de afdichting van de kookplaat.
3.5.6
Accessoires aansluiten
Afhankelijk van de montagesituatie worden aanwezige
accessoires op de kap aangesloten:
y Wandkast
y Raamcontactschakelaar
y Onderdrukschakelaar
De handleidingen van de accessoires moeten in acht
genomen worden.
2.
De aansluiting wordt uitgevoerd met kabelklemmen op de
ventilatorbehuizing. De kabelklemmen hebben een opschrift:
y "BMK" voor aansluiting wandkast
y "F - K" voor de aansluiting raamcontactschakelaar of
onderdrukschakelaar
D ATTENTIE!
Gevaar voor beschadigingen door verkeerde aansluiting!
Een verkeerde poling van de besturingsleiding kan tot
beschadigingen van de elektronica leiden.
☞ Let bij het aansluiten van de besturingsleiding op een
correcte poling: ader 1 op klem 1, ader 2 op klem 2.
4600947_a – 05.10.2017
1.
12 V DC
H
G
12 V DC
1
2
3
BMK
F - K
D
E
B
C
A
A Schakelkast
B Aansturingscontact
C Aansturingscontact, potentiaalvrij
D Klem "Wandkast BMK"
E Klem "Vensterschakelaar F - K" (multifunctioneel contact)
F Klem "Kleppenschakelaar KS"
G Besturingsleiding van de wandkast
H Wandkast
I
Voeding wandkast
Wandkast
☞ Sluit de wandkast als volgt aan:
y ader 1 op klem 1
y ader 2 op klem 2
y De wandkast is gesloten, wanneer het aansturingscontact
geopend is.
y De wandkast is geopend, wanneer het besturingscontact
gesloten is.
Raamcontactschakelaar
☞ Sluit de raamcontactschakelaar als volgt aan:
y Blauwe/witte ader op klem 3
y Bruine/groene ader op klem 4
y De ventilator van de kap is alleen bedrijfsklaar wanneer
het raam geopend is.
Onderdrukschakelaar
y De ventilator van de kap is alleen bedrijfsklaar wanneer
geen kritische onderdruk in de ruimte wordt vastgesteld.
I
5
6
4
KS
F
C
15