5. Druk de spanningsdraairegelaar (7) om de geselecteerde adres-ID te bevestigen.
6. Druk op de menutoets (5) om de menumodus te beëindigen.
b) Apparaten aansluiten
Zorg ervoor dat de gebruikte aansluitkabels dezelfde lengte en dezelfde doorsnede
hebben.
Ga als volgt te werk om de apparaten met elkaar te verbinden:
1. Verbind de master/slave-verbindingskabel met de master-aansluiting (20) van het master-
apparaat en de slave-aansluiting (21) van het 1e slave-apparaat.
2. Als u andere slave-apparaten wilt aansluiten, verbindt u telkens een andere master/slave-
verbindingskabel met de master-aansluiting (20) van het slave-apparaat en de slave-
aansluiting (21) van het volgende slave-apparaat.
3. Steek de afsluitstekker in de master-aansluiting (20) van het laatste slave-apparaat.
Als de master/slave-verbinding correct is gemaakt, brandt de led "Slave" (13) groen.
96