Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
f) Uitgang in-/uitschakelen
Het apparaat beschikt over een functie om de uitgang handmatig in-/uit te schakelen.
Om de uitgang aan- of uit te schakelen, drukt u op de toets "Uitgang AAN/UIT" (2).
Als de led naast de toets "Uitgang AAN/UIT" (2) brandt, is de uitgang ingeschakeld.
•
Als de led naast de toets "Uitgang AAN/UIT" (2) uit gaat, is de uitgang uitgeschakeld.
•
Standaardinstelling aanpassen
1
Standaard is de uitgang bij het starten van het apparaat uitgeschakeld. U kunt het apparaat
alternatief zo instellen, dat bij het inschakelen de laatst ingestelde status van de uitgang wordt
overgenomen. Ga daarbij als volgt te werk:
1. Houd de menutoets (5) lang ingedrukt om naar de menumodus te gaan.
2. Draai de spanningsdraairegelaar (7) tot op het display de weergave
verschijnt.
3. Druk op de spanningsdraairegelaar (7) om de instelling aan te passen. Op het display
verschijnt de weergave
4. Draai de stroomdraairegelaar (8) tot op het display de weergave
verschijnt. Bij deze instelling wordt bij het inschakelen van het apparaat de laatst ingestelde
status van de uitgang overgenomen.
5. Druk op de spanningsdraairegelaar (7) om de uitgevoerde instelling te bevestigen.
6. Druk op de menutoets (5) om de menumodus te beëindigen.
g) Voorinstellingen opslaan en oproepen
Het apparaat beschikt over drie toetsen, waarmee de voorinstellingen voor stroom en spanning
kunnen worden opgeslagen en opgeroepen.
Voorinstellingen opslaan
1
Ga als volgt te werk om voorinstellingen op te slaan:
1. Koppel eventueel aangesloten apparatuur los van de uitgang.
2. Druk op een van de toetsen voor de voorinstelling (3).
3. Stel de spanning of de stroom in met de draairegelaars (7,8).
4. De ingestelde waarden worden automatisch als voorinstelling voor de gekozen toets
opgeslagen.
92
.
Advertenties
