Installatiehandleiding
Een verwarmingssysteem bevat vaak kleine hoeveelheden zwevende vaste deeltjes (roest) en neerslagproducten van calciumoxide en
daarom moeten de nodige voorzorgsmaatregelen worden getroffen om ervoor te zorgen dat het water in het verwarmingssysteem zo
schoon mogelijk is. Daardoor neemt de levensduur toe en wordt de kans op een verminderde betrouwbaarheid geminimaliseerd. Als er
kans op magnetiet in het verwarmingssysteem is, moet er altijd worden overwogen of het systeem moet worden gereinigd en/of er
magnetietfilters moeten worden geïnstalleerd. Filters die bij de warmtepompen worden geleverd, moeten altijd worden geïnstalleerd.
De vuilzeef moet op de retourleiding vanaf het verwarmingssysteem en zo dicht mogelijk bij de warmtepomp worden geplaatst.
Verontreiniging met chemicaliën en/of olie moet altijd worden vermeden.
In gebieden waar de watertoestand uitzonderlijk is wat betreft de hardheid, kan het nodig zijn om een onthardingsfilter te gebruiken/
installeren (geldt voor verwarmingssysteem, warm water en brinecircuit). Het onthardingsfilter onthardt het water, verwijdert eventuele
onzuiverheden en voorkomt kalkaanslag.
1. Vul het systeem met water door de vulklep op de klepleiding te openen, tot een druk van 0,8-1,5 bar.
2. Open alle radiatorkranen volledig.
3. Ontlucht alle radiatoren.
4. Ontlucht het systeem. Het buitengedeelte is niet uitgerust met een ontluchtingsklep. Het wordt echter aangeraden om een ont-
luchtingsklep te installeren op het hoogste punt van de aanvoerleidingen naar de warmtepomp.
5. Vul het verwarmingssysteem bij tot een druk van min. 0,8-1,5 bar.
6. Herhaal de procedure totdat alle lucht is verwijderd.
7. Controleer het systeem op lekkage.
Laat alle radiatorkranen altijd volledig open staan.
N
Thermia AB
iTec Eco
AWIE01IG110
43