Inhoudsopgave
Advertenties
Installatiehandleiding
4.3.8
Afvoerwerkzaamheden
Let op
N
Let op
Algemeen gebied
Als de warmtepomp in de verwarmingsmodus werkt, kan er op het oppervlak van de warmtewisselaar ijs worden afgezet. Om te voorko-
men dat het ijs aangroeit, gaat het systeem in de ontdooimodus, waarbij het ijs op het oppervlak in water verandert. Druipwater van de
condensor moet daarom worden afgevoerd via afvoergaten, om ijsafzetting bij lage temperaturen te voorkomen.
▪ Als er niet voldoende ruimte is voor het afvoeren vanuit de eenheid, is extra afvoerwerk vereist. Volg de onderstaande beschrijving.
▪ Zorg bij het installeren van de afvoerslang voor een vrije ruimte van meer dan 400 mm (in koude klimaatzones; 100 mm in gemid-
delde klimaatzones) tussen de onderkant van het buitengedeelte en de grond.
▪ Sluit de afvoerslang aan op de aftapplug.
▪ Zorg ervoor dat de afvoerslang vrij blijft van stof en takjes.
5kW
538
310
37
53
3
2
4
1 Afvoergat ø 20
2 Aftapplug
3 Luchtuitlaatzijde
4 Aflaatdop
26
iTec Eco
Verzeker u ervan dat het condenswater bij lage omgevingstemperatu-
ren goed uit het buitengedeelte loopt. Voorkom dat er te veel ijsafzet-
ting plaatsvindt op de warmtewisselaar of op/in de afvoerleiding. Eni-
ge ijsafzetting op de warmtewisselaar is normaal tijdens het stooksei-
zoen. Als het afvoerwerk het condenswater niet goed kan afvoeren,
kunnen de eenheden beschadigd raken door ijsafzetting en kan het
systeem mogelijk niet meer werken doordat het met ijs is bedekt.
Zorg dat u de onderstaande instructies opvolgt als u de eenheid ge-
bruikt bij lage buitentemperaturen.
Als het afvoerwerk niet adequaat is, kan dat leiden tot verminderde
prestaties en systeemschade.
1
30 mm
8kW, 12kW & 16 kW
547.5
330
35.5
29
3
2
4
5 kW
x1
x1
-
-
AWIE01IG110
1
13 mm
8 kW ,12 kW en 16 kW
x4
x3
-
x3
Thermia AB
Advertenties
Inhoudsopgave
