Installatiehandleiding
Let op
Let op
Let op
Let op
Let op
5.2
Veiligheidskleppen
Waarschu-
wing
Waarschu-
wing
Waarschu-
wing
40
iTec Eco
Waterleiding en aansluitingen moeten met water of een reinigings-
middel worden gereinigd voordat de eenheid in gebruik wordt geno-
men.
Houd bij het bepalen van de vereiste loodgieterswerkzaamheden aan
de waterleiding en de bodemlussen rekening met de externe statische
druk en het prestatievermogen van de waterpomp.
Bereken de totale weerstand van het leidingsysteem en bepaal de lei-
dingmaten voordat u de vereiste opvoerhoogte van de pompen be-
paalt. Als de drukval van het totale watersysteem meer bedraagt dan
de ontwerpdruk, moet er op het leidingsysteem een externe pomp in
serie worden geïnstalleerd.
Bij de eerste installatie of bij hervullen van het watersysteem moet u
via het ontluchtingsventiel de lucht verwijderen uit de waterleiding
die door lokale installateurs is geïnstalleerd, om te voorkomen dat er
bij het vullen met water luchtbellen in het systeem ontstaan.
Verzeker u ervan dat er op de hoofdaanvoerleiding een terugstroom-
beveiliging (terugslagkleppen) is geïnstalleerd om te voorkomen dat
vervuild water terug kan stromen in het waternet.
Radiatorsystemen met een gesloten expansievat moeten ook worden
voorzien van een goedgekeurde manometer en een veiligheidsklep,
minimaal DN 20, openingsdruk 1,5 bar, of volgens de in het betreffen-
de land geldende eisen.
Koud- en warmwaterleidingen en overloopleidingen vanaf veilig-
heidskleppen moeten zijn vervaardigd van hittebestendig en corrosie-
bestendig materiaal, bv. koper. De overloopleidingen van de veilig-
heidskleppen moeten een open verbinding met de afvoer hebben
waardoor het stromende water zichtbaar is, in een vorstvrije omge-
ving.
De aansluitleiding tussen het expansievat en de veiligheidsklep moet
onafgebroken omhoog lopen. Met onafgebroken omhoog lopen
wordt bedoeld dat de leiding nergens mag aflopen onder een denk-
beeldige horizontale lijn.
AWIE01IG110
Thermia AB