Installatiehandleiding
▪ De installateur mag geen ontstekingsbronnen gebruiken waarbij risico op brand of explosie bestaat.
▪ Mogelijke ontstekingsbronnen moeten uit de buurt worden gehouden van werkgebieden waar er een kans bestaat dat koudemid-
del in de omgeving vrijkomt.
▪ Het werkgebied moet worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat er geen gevaar voor ontbranding of ontsteking is.. De
waarschuwing "Niet roken" moet worden aangebracht.
▪ Bij het opsporen van lekken mag nooit gebruik worden gemaakt van mogelijke ontstekingsbronnen.
▪ Veilige onderdelen zijn onderdelen waarmee de technicus in een ontvlambare atmosfeer kan werken. Andere onderdelen kunnen
tot ontsteking leiden in geval van lekkage.
▪ Vervang componenten uitsluitend met onderdelen die door Thermia zijn gespecificeerd. Andere onderdelen kunnen ertoe leiden
dat het koudemiddel bij lekkage ontvlamt of in de atmosfeer vrijkomt.
4.3.5
Ventilatie van de ruimte
▪ Verzeker u ervan dat het werkgebied goed geventileerd is voordat u werkzaamheden met hoge temperaturen gaat uitvoeren.
▪ Ook tijdens de werkzaamheden is ventilatie vereist.
▪ De ventilatie moet eventueel vrijgekomen gassen veilig verspreiden en bij voorkeur verwijderen naar de atmosfeer.
▪ Ook tijdens de werkzaamheden is ventilatie vereist.
4.3.6
Methoden voor lekdetectie
▪ De lekdetector moet worden gekalibreerd in een ruimte die vrij is van koudemiddel.
▪ Verzeker u ervan dat de detector geen mogelijke ontstekingsbron is.
▪ De lekdetectoren moet worden ingesteld op de LFL (onderste explosiegrens).
▪ Reiniging met chloorhoudende reinigingsmiddelen moet worden vermeden, omdat het chloor met het koudemiddel kan reageren
en de leidingen kan corroderen.
▪ Als er een vermoeden van lekkage bestaat, moeten open vlammen worden verwijderd.
▪ Als er lekkage optreedt tijdens soldeerwerkzaamheden moet al het koudemiddel uit het product worden afgetapt of worden geïso-
leerd (bv. met behulp van afsluiters). Het mag niet rechtstreeks vrijkomen in het milieu. Er moet zuurstofvrije stikstof (OFN) worden
gebruikt om het systeem voor en tijdens de soldeerwerkzaamheden door te spoelen.
▪ Het werkgebied moet zowel voor als tijdens de werkzaamheden worden gecontroleerd met een geschikte koudemiddeldetector.
▪ Verzeker u ervan dat de lekdetector geschikt is voor gebruik met ontvlambare koudemiddelen.
4.3.7
Terugwinning van koudemiddel
▪ Wanneer koudemiddel uit het systeem wordt verwijderd in verband met onderhoud of ontmanteling, wordt het aanbevolen om al
het koudemiddel te verwijderen.
▪ Zorg er bij het overgieten van koudemiddel in cilinders voor dat daarvoor alleen cilinders voor koudemiddelterugwinning worden
gebruikt.
▪ Alle cilinders die voor het teruggewonnen koudemiddel worden gebruikt, moeten worden gelabeld.
▪ De cilinders moeten zijn uitgerust met veiligheidskleppen en afsluiters in de juiste volgorde.
▪ Het terugwinningssysteem moet normaal werken volgens de vermelde instructies en moet geschikt zijn voor koudemiddelterug-
winning.
▪ Bovendien moeten de kalibratieschalen normaal werken.
▪ De slangen moeten zijn uitgerust met lekvrije koppelingen.
▪ Controleer de status van het terugwinningssysteem en de afdichting voordat u met de terugwinning begint.
▪ Stuur het teruggewonnen koudemiddel terug naar de leverancier in de juiste terugwinningscilinders met begeleidende brief in
verband met de overdracht van afvalstoffen.
▪ Meng verschillende koudemiddelen niet in de terugwinningseenheden of -cilinders.
▪ Zorg er bij het afvoeren van compressoren of compressorolie voor dat de compressoren tot een aanvaardbaar niveau zijn afgetapt
om ervoor te zorgen dat er geen ontvlambaar koudemiddel in het smeermiddel is achtergebleven.
▪ Het aftapproces moet worden uitgevoerd voordat de compressor naar de leverancier wordt teruggestuurd.
▪ Om het proces te versnellen, mag alleen de elektrische verwarming op het compressorhuis worden gebruikt.
▪ Olie moet op veilige wijze uit het systeem worden afgetapt.
▪ Installeer nooit motoraangedreven apparatuur, om ontbranding te voorkomen.
Thermia AB
iTec Eco
AWIE01IG110
25