Figuur 81
1. Sporingsknop
2. Hydraulische tank
3. Hydraulische pompen
Neutraalstand linker hydraulische
pomp afstellen
1. Draai de borgmoeren op de kogelverbinding op de
bedieningsstang van de pomp los
2. Start de motor, draai de gashendel half open en zet de
parkeerrem vrij. Zie
(bladz.
22).
Opmerking: De rijhendel moet in de vergrendelde
neutraalstand staan als er afstellingswerkzaamheden
worden uitgevoerd.
Opmerking: De voorste moer van de pompstang
heeft een linkse draad.
3. U stelt de lengte van de pompstang af door de dubbele
moeren op de stang in de juiste richting te draaien,
totdat de het wiel stil staat of iets achteruit kruipt
(Figuur
82).
4. Beweeg de rijhendel naar voren en naar achteren en zet
deze vervolgens in de neutraalstand. Het wiel moet
ophouden met draaien of iets achteruit kruipen.
4. Draai in deze richting als
de machine naar links
trekt.
5. Draai in deze richting als
de machine naar rechts
trekt.
(Figuur
82).
Starten en stoppen van de motor
5. Zet de gashendel op Snel. Het wiel moet stil blijven
staan of iets achteruit kruipen. Indien nodig opnieuw
afstellen.
6. Draai de borgmoeren op de kogelverbindingen vast
(Figuur
82).
1. Dubbele moeren
2. Pompstang
3. Stelbout
WAARSCHUWING
De beveiliging van het elektrische systeem zal
niet goed werken als de verbindingsdraad is
gemonteerd.
• Maak de verbindingsdraad los van de
stekker van de kabelboom en sluit de
stekker aan op de stoelschakelaar als u een
afstelling hebt voltooid.
• Gebruik de machine nooit als de
verbindingsdraad is gemonteerd en de
stoelschakelaar is omgeleid.
7. Nadat de neutraalstand van beide pompen is afgesteld,
schakelt u de machine uit.
8. Maak de verbindingsdraad los van de stekker van de
kabelboom en sluit de stekker aan op de stoelschakelaar.
9. Monteer de bevestigingsstang van de stoel en laat de
stoel neer.
10. Haal de kriksteunen weg.
61
Figuur 82
4. Borgmoer
5. Kogelverbinding
6. Pompen