VOORZICHTIG
Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen als
zij met de machine proberen te rijden of te werken
als deze onbeheerd staat.
Verwijder altijd het sleuteltje uit het contact en stel
de parkeerrem in werking wanneer u de machine
onbeheerd achterlaat, ook al is het slechts voor een
paar minuten.
Maaihoogte instellen
De maaihoogte kan worden afgesteld van 38 tot 127 mm
in stappen van 6 mm door de gaffelpen in verschillende
openingen te plaatsen.
1. Zet de maaihoogtehendel omhoog in de transportstand
(eveneens de maaihoogtestand van 127 mm)
19).
Figuur 19
1. Maaihoogtehendel
2. Om de maaihoogte in te stellen, verwijdert u de pen uit
de maaihoogtebeugel
3. Kies de opening in de maaihoogtebeugel die
overeenkomt met de gewenste maaihoogtestand, en
steek daarin de pen
4. Zet de maaihoogtehendel in de gewenste stand.
Antiscalpeerrollen afstellen
Als u de maaihoogte wijzigt, verdient het de aanbeveling de
hoogte van de antiscalpeerrollen in te stellen.
1. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels in de
neutraalstand en stel de parkeerrem in werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
3. Nadat u de maaihoogte hebt ingesteld, moet u de
flensmoer, de lagerbus, het afstandsstuk en de bout
(Figuur
2. Pen
(Figuur
19).
(Figuur
19).
verwijderen om de rollen in te stellen
Figuur 21
en
Figuur 22
Opmerking: De twee middelste rollen hebben geen
afstandsstuk
(Figuur
4. Kies een opening en let er hierbij op dat de
antiscalpeerrol is geplaatst bij de dichtstbijzijnde, door
u gewenste corresponderende maaihoogte.
5. Monteer de flensmoer, de lagerbus, het afstandsstuk
en de bout. Vastdraaien met een torsie van 54-61 Nm
(Figuur
20,
Figuur 21
6. Stel vervolgens ook de andere antiscalpeerrollen in.
1. Antiscalpeerrol
2. Afstandsstuk
3. Lagerbus
1. Antiscalpeerrol
2. Lagerbus
26
(Figuur
).
21).
en
Figuur 22
).
Figuur 20
4. Flensmoer
5. Bout
Figuur 21
3. Flensmoer
4. Bout
20,