70
PROBLEMEN OPLOSSEN
Om van bepaalde symptomen een diagnose te kunnen stellen, kan het nodig zijn om met onderdelen te
werken die stroomvoeding krijgen, of om in de buurt van zulke onderdelen te werken. Contact met elektriciteit
kan de dood, lichamelijke letsels of materiële schade veroorzaken. Wanneer u problemen met de pomp oplost,
moet de diagnose waarbij een stroomvoeding nodig is, door een erkend vakman uitgevoerd worden.
Probleem
Pomp uitgevallen.
Verminderde capaciteit
en/of opvoerhoogte
(stuwdruk).
De pomp start niet.
De pomp draait en stopt
dan.
De pomp maakt geluid.
Mogelijke oorzaak
De pomp zuigt geen vloeistof aan -
Luchtlek, te veel lucht.
De pomp wordt niet volledig met
water gevuld - Onvoldoende water.
De pakking van de pompzeef is
verstopt.
De pakking van pompzeef is
beschadigd.
Luchtbellen of lekken in de
aanzuigleiding.
Verstopt schoepenrad.
Pompzeef verstopt.
Er is geen spanning.
De pompas is geblokkeerd.
De pompas is beschadigd.
Te hoge temperatuur FAULT.
Te hoge spanning FAULT.
Vuil in contact met de ventilator.
Vuil in de zeefmand.
Een losse bevestiging.
Maatregel
Controleer de aanzuigleidingen en de pakkingbussen van elke
schuifafsluiter op de aanzuigzijde. Bevestig het deksel op de
voorfilter en vergewis u ervan dat de pakking van het deksel
correct is aangebracht. Controleer het waterpeil om u ervan te
vergewissen dat de afschuimer geen lucht aanzuigt.
Vergewis u ervan dat aanzuigleidingen, pomp, zeef en
pompslakkenhuis met water gevuld zijn. Controleer of de klep op
de zuigleiding werkt en geopend is (sommige systemen hebben
geen kleppen). Controleer het waterpeil om u ervan te vergewissen
dat water via de afschuimer aangevoerd kan worden.
Reinig de voorfilter.
Vervang de pakking.
Controleer de aanzuigleidingen en de pakkingbussen van elke
schuifafsluiter op de aanzuigzijde. Bevestig het deksel op de
voorfilter en vergewis u ervan dat de pakking van het deksel
correct is aangebracht. Controleer het waterpeil om u ervan te
vergewissen dat de afschuimer geen lucht aanzuigt.
Onderbreek de stroomvoeding van de pomp.
Haal de pomp uit elkaar (zie pag. 68, 'De pomp demonteren')
Verwijder vuil van het schoepenrad. Als het vuil niet kan worden
verwijderd, volg dan de hierna beschreven stappen:
1. Neem de bout met linkse draad en de O-ring weg.
2. Neem het schoepenwiel weg, maak het schoon en breng het
opnieuw aan.
Zet de pomp opnieuw in elkaar (zie pag. 69, 'De pomp opnieuw in
elkaar zetten')
Reinig de vuilafscheider in de aanzuiging.
1. Vervang de zekering, reset de GFCI-stroomonderbreker.
2. Draai de kabelaansluitingen vast.
Controleer of u de pomp met de hand kunt draaien en verwijder
eventuele hindernissen.
Vervang de pomp.
Controleer of er geen vuil op de achterzijde van de pomp zit.
Gebruik perslucht om de pomp schoon te maken.
Na een (1) minuut zal de pomp automatisch weer starten.
Controleer of er geen vuil op de achterzijde van de pomp zit.
Gebruik perslucht om de pomp schoon te maken.
Maak de zeefmand schoon.
Controleer of de montagebouten van de pomp en de pomp zelf
vast zitten.