7
Foutoplossing
28
Foutmelding
Foliewikkeling
Geen etiket
gevonden
Geen etiketmaat
Geen folie meer
Geen papier meer
Geheugen vol
Leesfout
Lettertype niet
gevonden
Mes geblokkeerd
Mes zit klem
Naam in gebruik
Onbekende kaart
Printkop open
Printkop te heet
Schrijffout
Spanningsfout
Oorzaak
Bepaalde afwikkelrichting van de folie past
niet bij de configuratie-instelling
Het in de software aangegeven etiket-
formaat komt niet overeen met het werke-
lijke formaat
In de printer bevindt zich doorlopend
materiaal, maar de software verwacht
etiketten
Op de etiketstrook ontbreken meerdere
etiketten
Etiketmaat niet ingesteld in programmering
Er moeten thermische etiketten worden
verwerkt, maar in de software is trans-
ferdruk ingeschakeld
Transferfolie bij het printen doorgesmolten
Transferfolie op
Te bedrukken materiaal op
Fout in papiertraject
Printopdracht te groot: bijvoorbeeld door
geladen lettertypen, grote grafieken
Leesfout bij toegang tot opslagmedium
Fout in het geselecteerde lettertype bij het
downloaden
Mes blijft ongedefinieerd in het materiaal
staan
Mes zonder functie
Mes snijdt materiaal niet door, maar kan
terugkeren naar de uitgangspositie
Veldnaam in de directe programmering
dubbel verstrekt
Opslagmedium niet geformatteerd
Type opslagmedium niet ondersteund
Printkop niet vergrendeld
Te sterke verwarming van de printkop
Hardwarefout
Hardwarefout
Oplossing
Folie verkeerd ingevoerd.
Printkop reinigen 6.3 op pag. 25
Folie juist invoeren.
Configuratie-instelling past niet bij de gebruikte folie.
Configuratie-instelling aanpassen.
Printopdracht annuleren.
Etiketformaat in software wijzigen.
Printopdracht opnieuw starten.
Printopdracht annuleren.
Etiketformaat in software wijzigen.
Printopdracht opnieuw starten.
Druk op Herhalen totdat het volgende etiket op de
strook wordt herkend.
Programmering controleren.
Printopdracht annuleren.
In software naar thermodruk schakelen.
Printopdracht opnieuw starten.
Printopdracht annuleren.
Warmteniveau via software wijzigen.
Printkop reinigen 6.3 op pag. 25
Transferfolie invoeren.
Printopdracht opnieuw starten.
Nieuwe transferfolie inleggen.
Materiaal invoeren
Papiertraject controleren.
Printopdracht annuleren.
Hoeveelheid te printen gegevens verminderen.
Gegevens op opslagmedium controleren.
Gegevens opslaan.
Opslagmedium opnieuw formatteren.
Printopdracht annuleren,
lettertype veranderen.
Printer uitschakelen.
Bekneld materiaal verwijderen.
Printer inschakelen.
Printopdracht opnieuw starten.
Materiaal vervangen.
Printer uit- en inschakelen.
Bij hernieuwd optreden service inlichten.
Druk op Annuleren.
Materiaal vervangen.
Programmering corrigeren.
Opslagmedium formatteren, ander opslagmedium
gebruiken.
Printkop vergrendelen.
Na een pauze loopt de printopdracht automatisch
verder.
Bij herhaaldelijk optreden warmteniveau of print-
snelheid in de software verlagen.
Schrijfhandeling herhalen.
Opslagmedium opnieuw formatteren.
Printer uit- en inschakelen.
Bij hernieuwd optreden service inlichten.
Er wordt weergegeven welke spanning is uitge-
vallen. Noteer deze.
28