7
Foutoplossing
20
Foutmelding
Geen etiket
gevonden
Geen etiketmaat
Geen folie meer
Geen papier meer
Geheugen vol
Leesfout
Lettertype niet
gevonden
Mes geblokkeerd
Mes zit klem
Naam in gebruik
Onbekende kaart
Printkop open
Printkop te heet
Schrijffout
Spanningsfout
Syntaxfout
Tabel 6
Oorzaak
Op de etiketstrook ontbreken meerdere
etiketten.
Het in de software aangegeven
etiketformaat komt niet overeen met het
werkelijke formaat.
In de printer bevinden zich doorlopende
media, maar de software verwacht
etiketten.
Etiketmaat niet ingesteld in programmering. Programmering controleren.
Transferfolie op.
Transferfolie bij het afdrukken
doorgesmolten.
Er moeten thermische etiketten
worden verwerkt, maar in de software
is transferdruk (Thermische transfer)
ingeschakeld.
Te bedrukken materiaal op.
Fout in papiertraject.
Printopdracht te groot: bijvoorbeeld door
geladen lettertypen, grote grafieken.
Leesfout bij toegang tot opslagapparaat.
Fout in het geselecteerde lettertype bij het
downloaden.
Mes blijft ongedefinieerd in het materiaal
staan.
Mes zonder functie
Mes snijdt materiaal niet door, maar kan
terugkeren naar de uitgangspositie.
Veldnaam in de directe programmering
dubbel verstrekt.
Opslagapparaat niet geformatteerd
Type opslagapparaat niet ondersteund.
Printkop niet vergrendeld.
Te sterke verwarming van de printkop.
Hardwarefout.
Hardwarefout.
Printer ontvangt een onbekend of onjuist
commando van de computer.
Foutberichten en foutoplossing
Oplossing
Druk op Herhalen totdat het volgende etiket op de
strook wordt herkend.
Printopdracht annuleren.
Etiketformaat in software wijzigen.
Printopdracht opnieuw starten.
Printopdracht annuleren.
Etiketformaat in software wijzigen.
Printopdracht opnieuw starten.
Nieuwe transferfolie invoeren.
Printopdracht annuleren.
Warmteniveau via software wijzigen.
Printkop reinigen 6.3 op pag. 18.
Transferfolie invoeren.
Printopdracht opnieuw starten.
Printopdracht annuleren.
In software naar thermodruk (Thermisch direct)
schakelen.
Printopdracht opnieuw starten.
Materiaal invoeren.
Papiertraject controleren.
Printopdracht annuleren.
Hoeveelheid af te drukken data verminderen.
Gegevens op opslagapparaat controleren.
Gegevens opslaan.
Opslagapparaat opnieuw formatteren.
Printopdracht annuleren,
lettertype veranderen.
Printer uitschakelen.
Bekneld materiaal eruit halen.
Printer inschakelen.
Printopdracht opnieuw starten.
Materiaal vervangen.
Printer uit- en inschakelen.
Bij hernieuwd optreden service inlichten.
Druk op Annuleren.
Materiaal vervangen.
Programmering corrigeren.
Opslagapparaat formatteren, ander
opslagapparaat gebruiken.
Printkop vergrendelen.
Na een pauze loopt de printopdracht automatisch
verder.
Bij herhaaldelijk optreden warmteniveau of
afdruksnelheid in de software verlagen.
Schrijfhandeling herhalen.
Opslagapparaat opnieuw formatteren.
Printer uit- en inschakelen.
Bij hernieuwd optreden service inlichten.
Er wordt weergegeven welke spanning is
uitgevallen. Noteer deze.
Druk op Negeren om het commando over te slaan of
druk op Annuleren om de printopdracht te annuleren.
20