Fig. 5-124 Muisbediening — cursorinstellingen
Voor elke muisbedieningsfunctie kunnen de volgende
cursorinstellingen worden ingesteld:
•
Snelle cursorsnelheid
•
Trage cursorsnelheid
•
Trage bewegingstijd
1640739-I
Fig. 5-125
A X-as: tijd
B Y-as: snelheid
C Trage cursorsnelheid
D Versnellingstijd
E Snelle cursorsnelheid
F Trage bewegingstijd
G 2x trage bewegingstijd
Trage cursorsnelheid C: Hiermee stelt u de snelheid in
waarmee de muiscursor beweegt wanneer die voor het
eerst wordt verplaatst. Hij blijft op deze snelheid voor de
duur die is ingesteld bij trage bewegingstijd F. De trage
cursorsnelheid is ingesteld zodat u de muiscursor langzaam
kunt verplaatsen over korte afstanden, wat handig is bij
kleine aanpassingen, vooral wanneer u beweegt tussen
schermpictogrammen die dicht op elkaar staan. De trage
cursorsnelheid moet evenredig aan of lager worden ingesteld
dan de snelle cursorsnelheid E.
Snelle cursorsnelheid E: Hiermee stelt u de snelheid in
waarmee de muiscursor D wordt opgevoerd nadat de
trage bewegingstijd F is verstreken. Tijdens de trage
bewegingstijd beweegt de muiscursor met de snelheid
die is ingesteld bij de trage cursorsnelheid C. De snelle
cursorsnelheid is ingesteld zodat u de cursor snel over
langere afstanden kunt bewegen. De snelle cursorsnelheid
moet evenredig aan of hoger worden ingesteld dan de trage
cursorsnelheid.
Gebruik
93