Inhoudsopgave
Advertenties
Invacare® LiNX
Standaard wordt de hoofdbediening ingeschakeld zodra de
rolstoel wordt gestart en uitgeschakeld zodra de rolstoel
wordt uitgezet.
Wees erop bedacht dat wanneer de rolstoel
automatisch wordt ingeschakeld, uw hoofd zich
verder dan 6 mm van de nabijheidssensor moet
bevinden, anders wordt een OON-rijwaarschuwing
weergegeven en kan de rolstoel niet rijden. Zie 7.2
OON (Out Of Neutral, niet in neutraal), pagina 134
voor meer informatie over OON.
Rijden
Bij dit onderdeel wordt eenvoudige zuig-en-blaasbediening
gecombineerd met hoofdbewegingen. Via sensoren in de
kussens van de hoofdbediening kunt u naar links en naar
rechts sturen.
De rijfunctiekaarten voor de zuig-en-blaashoofdbediening zijn
standaard ingesteld op de modus met een vaste snelheid.
Zie 5.9 Rijmodus met een vaste snelheid, pagina 55 voor
meer informatie.
116
1. Blaas in het mondstuk A om vooruit te rijden.
2. Zuig aan het mondstuk A om achteruit te rijden.
3. In de modus met een vaste snelheid activeert u het
linkerkussen B om linksaf te slaan.
4. In de modus met een vaste snelheid activeert u het
rechterkussen C om rechtsaf te slaan.
Om de wielen te laten draaien, hoeft u alleen het
linker- of rechterkussen te activeren.
Stoppen
Op het mondstuk is een lipschakelaar D gemonteerd.
Deze schakelaar kan worden gebruikt als een externe
stopschakelaar in de modus met een vaste snelheid. In
de modus met een vaste snelheid hoeft u niet steeds een
besturingsopdracht te geven, maar moet u het mondstuk
wel in uw mond houden. Wanneer u tijdens het rijden op
de lipschakelaar drukt, komt de rolstoel meteen tot stilstand.
Van functiekaart wisselen
De lipschakelaar kan ook worden gebruikt om te schakelen
tussen modi.
Zie 3.2.3 Overzicht gebruikersfunctiekaart, pagina 11
voor verschillen tussen functiekaarten en profielen.
1. Stop de rolstoel.
2. Druk de lipschakelaar kort in om van functiekaart te
wisselen.
3. Druk de lipschakelaar lang in om van profiel te wisselen.
1640739-I
Advertenties
Inhoudsopgave
