5. Tik op het betreffende menu-item om de
connectiviteitskaart met een gekoppeld apparaat te
verbinden.
6. Als u de functiekaart voor muisbediening gebruikt,
worden de snelheidsinstellingen bovenaan weergegeven.
Blader omlaag naar het gedeelte Function Uses Device
(Functie gebruikt apparaat).
7.
Tik op de knop Not Linked D (Niet gekoppeld).
1.
1640739-I
Fig. 5-111
Selecteer een van de gekoppelde apparaten uit lijst E
of tik op de knop Pair New Device (Nieuw apparaat
koppelen) F om een nieuw apparaat te koppelen.
Actieve apparaten zijn herkenbaar aan een groen vinkje
achter de apparaatnaam.
Apparaten verbinden met het LiNX-systeem
Als u verbinding wilt maken met een apparaat, selecteert u
de toepasselijke connectiviteitskaard uit een profiel. Als de
connectiviteitsfunctie is gekoppeld aan een apparaat en het
apparaat is gekoppeld aan een functie, dan zal die proberen
via Bluetooth verbinding te maken met het apparaat.
De Bluetooth-statusindicator toont de status van de
Bluetooth-verbinding tussen het LiNX-systeem en het
apparaat van de gebruiker:
•
verbroken
•
bezig met verbinden
•
verbonden
Als verbinding maken via Bluetooth niet slaagt, verandert
de status weer in verbroken.
Gebruik
87