Zekeringen vervangen
Er zijn 3 zekeringen in het elektrische systeem. Deze
bevinden zich onder het dashboard aan de kant van de
bestuurder (Figuur 38).
Auxillary (Open)
Ontstekingssysteem/Claxon
Koplampen
Aansluitpunt
Figuur 38
1. Zekeringhouder
2. Aardingsblok
Onderhoud van de koplampen
De gloeilampen vervangen
VOORZICHTIG
De halogeenlampen worden tijdens het gebruik
zeer heet. Een hete lamp kan zware brandwonden
en ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
Geef de lampen altijd voldoende tijd om af te koelen
voordat u deze vervangt. Wees voorzichtig als u de
lamp hanteert.
30 A
10 A
15 A
20 A
3. Pedalen
VOORZICHTIG
Een verontreiniging van het oppervlak kan schade
toebrengen aan de lampen van de koplichten en
leiden tot een defect of een ontploffing waardoor de
veiligheid ernstig in gevaar wordt gebracht.
U moet de lampen hanteren zonder het transparante
kwarts aan te raken. Gebruik een schone tissue of
houd de lamp vast bij de basis.
Specificatie: Raadpleeg uw Onderdelencatalogus.
1. Zorg ervoor dat de lichtschakelaar op UIT staat; zie
Lichtschakelaar (bladz. 14).
2. Open de motorkap; zie De motorkap openen en sluiten
(bladz. 28)
3. Maak de elektrische aansluiting voor de kabelboom
los van de lampaansluiting aan de achterkant van de
behuizing van de koplamp (Figuur 39).
1. Elektrische
kabelboomaansluiting
2. Lamp
4. Draai de lamp een kwartslag linksom en duw ze naar
achteren, uit de behuizing van de koplamp (Figuur 39).
5. Monteer de nieuwe lamp en de nieuwe behuizing voor
de koplamp; lijn de lipjes van de lamp uit met de
sleuven in de behuizing van de koplamp (Figuur 39).
Opmerking: Let op dat u de halogeenlamp niet
aanraakt tijdens de montage van de nieuwe lamp.
6. Bevestig de lamp door deze een kwartslag rechtsom te
draaien (Figuur 39).
7. Koppel de elektrische aansluiting voor de kabelboom
aan op de aansluiting van de nieuwe lamp (Figuur 39).
8. Sluit de motorkap; zie De motorkap openen en sluiten
(bladz. 28)
36
Figuur 39
3. Behuizing van koplamp