Een nieuwe machine inrijden
Onderhoudsinterval: Na de eerste 100 bedrijfsuren—Neem
de richtlijnen voor het inrijden van een
nieuwe machine in acht.
Neem de richtlijnen voor het inrijden van een nieuwe machine
in acht om ervoor te zorgen dat deze goede prestaties levert
en een lange levensduur heeft.
•
Controleer regelmatig het peil van de vloeistoffen en de
motorolie. Let op signalen van oververhitting van de
machine of onderdelen ervan.
•
Na een koude start moet u de motor ongeveer 15
seconden laten warmlopen voordat u de machine
gebruikt.
•
Tijdens de eerste uren van de inrijperiode van een nieuwe
machine moet u krachtig remmen vermijden. Nieuwe
remvoeringen leveren pas na enkele bedrijfsuren optimale
prestaties doordat de remmen dan als gevolg van het
gebruik zijn gepolijst (ingereden).
•
Varieer de snelheid van de machine tijdens het gebruik.
Vermijd snel starten en stoppen.
•
De motor heeft geen inrijolie nodig. De originele
motorolie is hetzelfde type olie dat is voorgeschreven
voor regelmatige olieverversingen.
•
Zie Onderhoud (bladz. 7) voor bijzondere controles op
rustige momenten.
•
Controleer de stand van de voorwielophanging en stel
deze af indien nodig; zie Toespoor en vlucht voorwielen
afstellen (bladz. 37).
De laadbak laden
Neem de volgende richtlijnen in acht bij het laden van de
laadbak en het gebruik van de machine:
•
Hou rekening met het laadvermogen van de machine
en beperk het gewicht van de lading die u in de laadbak
transporteert volgens de specificaties in Specificaties
(bladz. 16) en op het label met het toelaatbare
totaalgewicht van de machine (Figuur 20).
Opmerking: Opmerking: Het nominale laadvermogen
geldt alleen voor gebruik van de machine op een gelijke
ondergrond.
1. Sticker met toelaatbaar totaalgewicht van machine
•
Verminder het gewicht van de lading die u in de laadbak
transporteert als u de machine gebruikt op hellingen en
ruw terrein.
•
Verminder het gewicht van de lading die u in de laadbak
transporteert als het materiaal hoog opgestapeld is (en
een hoog zwaartepunt heeft), zoals een stapel bakstenen,
planken voor tuinelementen of zakken met kunstmest.
Verdeel de lading zo laag mogelijk en zorg ervoor dat
de lading uw vermogen om achter de machine te kijken
tijdens gebruik niet belemmert.
•
Hou ladingen gecentreerd door de laadbak als volgt te
laden:
– Verdeel het gewicht gelijkmatig over de breedte van
de laadbak.
Belangrijk: Het risico om te kantelen is groter
als de laadbak aan één kant zwaarder is geladen.
– Verdeel het gewicht gelijkmatig over de lengte van
de laadbak.
Belangrijk: Als u de lading achter de achteras
legt, hebben de voorbanden minder tractie, wat
ertoe kan leiden dat de machine onbestuurbaar
wordt of omkantelt.
•
Wees extra voorzichtig als u erg omvangrijke ladingen
transporteert in de laadbak, in het bijzonder als u het
gewicht van de lading niet centraal in de laadbak kunt
plaatsen.
•
Maak indien mogelijk de lading vast aan de laadbak zodat
de lading niet gaat schuiven.
•
Als u vloeistof in een grote tank transporteert (zoals een
spuittank), wees dan voorzichtig als u de machine een
helling op- of afrijdt, als u uw snelheid plots verandert, als
u stopt, of als u over ruw terrein rijdt.
De inhoud van de laadbak is 0,37 m
(het volume) van het materiaal dat in de bak kan worden
geladen zonder dat het draagvermogen van de machine wordt
overschreden, kan sterk variëren, afhankelijk van de dichtheid
van het materiaal. Bijvoorbeeld: een tot de rand gevulde bak
met vochtig zand weegt ongeveer 680 kg. Dit is 113 kg meer
23
Figuur 20
3
. De hoeveelheid