Veiligheid omtrent leidingen van
nutsbedrijven
•
Doe het volgende als u een leiding van een
nutsbedrijf raakt:
– Zet de machine uit en verwijder het sleuteltje.
– Stuur alle personen weg uit het werkgebied.
– Neem onmiddellijk contact op met de juiste
hulpdiensten en nutsbedrijven om het gebied
veilig te stellen.
– Als u een glasvezelkabel beschadigt, kijk dan
niet in het blootgestelde licht.
•
Verlaat het bestuurdersplatform niet als de
machine onder stroom staat. U bent veilig zolang
u het platform niet verlaat.
– Als u een deel van de machine aanraakt, kunt
u aarding krijgen.
– Laat iemand anders de machine niet aanraken
of benaderen wanneer deze onder stroom
staat.
– Ga er altijd van uit dat de machine onder
stroom staat als u een elektrische of
communicatieleiding raakt. Probeer de
machine niet te verlaten.
•
Lekkend gas is zowel ontvlambaar als explosief
en kan ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.
Rook niet terwijl u de machine bedient.
Motor starten
1.
Zorg dat de accu-ontkoppelingsschakelaar A
staat; zie
De accu-ontkoppelingsschakelaar
gebruiken (bladz.
2.
Zorg ervoor dat de tractiebediening in N
staat.
3.
Breng het sleuteltje in het contact en draai het
naar de stand A
4.
Draai het sleuteltje naar de stand S
het sleuteltje los zodra de motor aanslaat.
Belangrijk:
Stel de startmotor telkens niet
langer dan 10 seconden in werking. Als de
motor niet wil starten, moet u na elke poging
30 seconden wachten om de startmotor te
laten afkoelen. Indien u deze instructies niet
opvolgt, kan de startmotor doorbranden.
Starten bij koud weer
Als de buitentemperatuur onder het vriespunt is,
sla de machine dan in een garage op. Zo blijft de
machine warmer en kan deze makkelijker starten.
De software van de machine kan het motortoerental
automatisch beperken als de koelvloeistof extreem
koud is. Nadat de motor gestart is, moet u wachten
tot het sneeuwvlokpictogram en de waarschuwing
i.v.m. koude hydraulische vloeistof van het Infocenter
is verdwenen voordat u meer gas geeft en de
hulphydrauliek inschakelt.
Belangrijk:
De motor op volle toeren laten
draaien terwijl het hydraulische systeem koud is
(bijvoorbeeld als de omgevingstemperatuur rond
of onder het vriespunt is) kan het hydraulische
systeem beschadigen.
Met de machine rijden
Gebruik de tractiebediening om de machine te
bewegen. Hoe verder u de tractiebediening in een
bepaalde richting beweegt, hoe sneller de machine in
die richting gaat. Laat de tractiebediening los om de
machine tot stilstand te brengen.
Met de gashendel regelt u de snelheid van de motor,
oftewel het toerental (in omwentelingen per minuut).
Laat de machine volgas lopen om de beste resultaten
te verkrijgen.
De motor afzetten
1.
Parkeer de machine op een vlakke ondergrond
en laat de laderarmen zakken.
2.
Schakel de hulphydrauliek uit.
3.
Stel de gashendel in op laag stationair.
24
54).
.
AN
TART
AN
EUTRAAL
. Laat