Micropilot M FMR250 4...20 mA HART
ENDRESS + HAUSER
–
+
E
Endress+Hauser
5.3
Lokale bediening
5.3.1
Parametrering blokkeren
De Micropilot kan op twee manieren tegen ongeautoriseerd wijzigen van instrumentgegeven,
getalswaarden of fabrieksinstellingen worden beveiligd:
Functie "Vrijgavecode" (0A4):
In de functiegroep "Diagnose" (0A) moet in "Startcode" (0A4) een waarde <> 100
(bijv. 99) worden ingevoerd. De vergrendeling wordt in het display met het
ven en kan zowel door het display als ook via communicatie weer worden vrijgegeven.
Hardware-vergrendeling:
Door gelijktijdig indrukken van de
grendeling wordt in het display met het
opnieuw gelijktijdig indrukken van de
via communicatie is hier niet mogelijk. Ook bij een vergrendeld instrument kunnen alle parameters
worden getoond.
O
S
F
,
en
toetsen wordt het instrument vergrendeld. De ver-
symbool weergegeven en kan alleen via het display door
O
S
F
,
en
toetsen worden ontgrendeld. Een ontgrendeling
O
S
,
en
Op het LC-display verschijnt het LOCK_SYMBOL.
Bediening
symbool weergege-
F
gelijktijdig indrukken
37