Micropilot M FMR250 4...20 mA HART
Endress+Hauser
Proces conditie
• Het meetbereik begint waar de bundel de bodem raakt. In het bijzonder bij conische uitlopen
kunnen niveaus onder dit punt niet gemeten worden.
Door gebruik te maken van een uitlijninrichting kan het maximale meetbereik in dergelijke toe-
passingen worden vergroot ( ä 16).
• Bij media met kleine DC (mediagroepen A en B) kan bij laag niveau de bodem door het medium
heen zichtbaar zijn. Om de gevraagde nauwkeurigheid te garanderen, adviseren wij aan in deze
applicaties het nulpunt op een afstand C (zie fig.) boven de bodem in te stellen.
• Met de FMR250 is in principe een meting tot de punt van de antenne mogelijk, echter moet van-
wege abrasie, afzetting en afhankelijk van de positie van het product (storthoek) het einde van het
meetbereik op een afstand A (zie fig.) liggen. Indien nodig kan bij geschikte randvoorwaarden
(hoge DC-waarden, vlak talud,...) een verkorting gerealiseerd worden.
100%
0%
A [mm (in)]
ca. 400 (15.7)
A
C
Montage
L00-FMR250xx-17-00-00-nl-001
C [mm (in)]
50...150 (1.97...5.91)
19