Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellingen Binnenunit (Vervolg) - Mitsubishi Heavy Industries RC-EX3D Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor RC-EX3D:
Inhoudsopgave

Advertenties

9. Instellingen binnenunit (vervolg)

⑥ Externe invoer 1
Externe invoer 1
Start/Stop
Toestemming/Verbod
Koelen/Verwarmen
Noodstop
Temperatuurwijziging instell
Volgende
Terug
Selecteer het item
Stel in wanneer het signaal wordt doorgegeven aan externe invoer 1 (CNT) van het
binnendeel.
Raadpleeg de technische gegevens voor meer details.
Deze instelling is mogelijk wanneer het binnendeel dat is voorzien van de externe invoer 2 is aangesloten. Raadpleeg de technische gegevens voor meer details.
⑧ Verwarmen thermisch-UIT temp instelling
⑧⑨ (Temperatuur-bijstelling)
Corrigeer de temperatuur voor de beoordeling of de thermostaat AAN of UIT moet zijn
bij verwarming.
Verwarmen thermisch-UIT temp instelling
Het instelbare bereik is 0°C / +1°C / +2°C / +3°C.
Druk ▲▼ t.b.v. diffwaarde, [Set].
⑨ Wijziging retourtemperatuur
Stel de hoofdretourluchttemperatuursensor voor de detectietemperatuur in.
Instellen (set)
Het instelbare bereik is -2°C / -1,5°C / -1°C / 0°C / +1°C / +1,5°C / +2°C.
(De afbeelding toont de temperatuurcorrectie voor de verwarmde ruimte.)
Terug
⑩ Ventilatorregeling tijdens koeling, thermo-UIT
⑩⑪ (Ventilatorregeling)
⑪ Ventilatorregeling tijdens verwarming, thermo UIT
Stel de ventilatorsnelheid in bij de koeling/verwarming thermostaat-UIT stand.
Ventilator tijdens :thermo-UIT
Laag De ventilator draait op lage snelheid.
Laag
Stel ventilatorsnelheid in De ventilator draait op dezelfde snelheid als wanneer
Stel ventilatorsnelheid in
Intermittent
Intermittent De ventilator draait 2 minuten op lage snelheid en stopt dan 5
Stop
Stop De ventilator wordt gestopt.
Terug
Selecteer het item
(De afbeelding toont de koelventilatorregeling.)
⑫ Antivriestemperatuur
⑬ Antivriesregeling
Antivriestemperatuur
Antivriesregeling
Temperatuur laag
Geldig
Temperatuur hoog
Ongeldig
Terug
Selecteer het item
Selecteer het item
Selecteer de
invriesbeveiligingstemperatuur.
9. Instellingen binnenunit (vervolg)
⑳ Automatische bedrijfsmodus
 Auto selectie
Automatische bedrijfsmodus
Auto selectie
Auto selectie
21
Auto 1
Auto 1 details
22
Auto 2
Auto 2 details
23
Auto 3
Auto 3 details
24
Terug
Selecteer het item
Selecteer het item
De methode van het schakelen tussen koelen en verwarmen in de automatische
bedrijfsmodus. kan uit drie opties worden geselecteerd.
Stel de voorwaarde voor iedere methode in.
"[Ingestelde temperatuur -
 Auto 1 details
Temperatuuromschakeling
naar koelen] <
Auto 1 details
[Binnenretourluchttemperatuur]" en
Temperatuuromschakeling naar koelen
25
⇒ Bedrijfsmodus: Koeling
Temperatuuromschakeling naar verwarmen
26
"[Ingestelde temperatuur +
Temperatuuromschakeling
naar verwarmen] <
Terug
[Binnenretourluchttemperatuur]" en
Selecteer het item
⇒ Bedrijfsmodus: Verwarming
Stel de temperaturen in voor omschakeling
naar koeling en verwarming.
U kunt de omschakelingstemperaturen
instellen op een waarde van 1°C tot 4°C.
"[Temp. instellen -
 Auto 2 details
Temperatuuromschakeling naar
koelen] < [Retourluchttemperatuur
Auto 2 details
buiten]" en "[Buitentemperatuur,
Temperatuuromschakeling naar koelen
25
koelen] < [Buitenluchttemperatuur]"
Temperatuuromschakeling naar verwarmen
26
⇒ Bedrijfsmodus: Koeling
Instelling buitentemperatuur op koelbegrenzing
27
Instelling buitentemperatuur op warmtebegrenzing
28
"[Temp. instellen -
Temperatuuromschakeling naar
Terug
koelen] > [Retourluchttemperatuur
Selecteer het item
buiten]" en "[Buitentemperatuur,
koelen] > [Buitenluchttemperatuur]"
Stel de temperaturen voor omschakeling
⇒ Bedrijfsmodus: Verwarming
naar koeling en verwarming en de
buitentemperatuurinstellingen voor
weersafhankelijke regeling voor koeling
en verwarming in.
⑦ Externe invoer 1 signaal
Signaal externe invoer 1
Level invoer
Puls invoer
Selecteer het item
Stel het soort signaal in dat wordt
doorgegeven aan externe invoer 1
(CNT) van het binnendeel. Raadpleeg de
technische gegevens voor meer details.
thermo-AAN is.
minuten. Deze cyclus wordt steeds herhaald.
Stel de werking van de ventilator tijdens de
werking van de invriesbeveiliging in.
Geldig
De ventilatorsnelheid wordt
verhoogd tijdens de werking
van de invriesbeveiliging in.
Ongeldig De ventilatorsnelheid verandert
niet tijdens de werking van de
invriesbeveiliging in.
Terug
Auto 1 Het temperatuurverschil tussen
de ingestelde temperatuur en de
actuele kamertemperatuurscha-
kelaar koelen en verwarmen.
Auto 2 Het temperatuurverschil tussen
de ingestelde temperatuur en
de actuele kamertemperatuur-/
buitentemperatuurschakelaar
koelen en verwarmen.
Auto 3 De actuele kamertemperatuur-
Terug
en de buitentemperatuurschake-
laar koelen en verwarmen.
(Voorbeeld)
4,0°c
3,0°c
2,0°c
1,0°c
Kamer
Instel-
ling
1,0°c
2,0°c
3,0°c
4,0°c
Schakelen tussen koelen en verwarmen kan worden ingesteld na minimaal thermo UIT voor
5 minuten.
Als de temperatuuromschakeling naar koelen en de temperatuuromschakeling naar verwar-
men op 3 °C zijn ingesteld.
(Voorbeeld)
Geforceerde thermo-UIT
Buitentemperatuur ingesteld voor koelbereik
Naar verwarmen
Thermo-UIT
Koelmodus
omschakelen
Temp
Naar koelen
omschakelen
Temp
Thermo-UIT
Verwarmmodus
Geforceerde thermo-UIT
Buitentemperatuur ingesteld voor verwarmingsbereik
Buitentemp
◆ De temperatuuromschakeling naar koelen/verwarmen is 4 °C,
De buitentemperatuurinstelling voor koelen is begrensd tot 19 °C en de
buitentemperatuurinstelling voor verwarmen is begrensd tot 18 °C
9. Instellingen binnenunit (vervolg)
⑭ Werking condenspomp
Werking condenspomp
Standaard (koelen/drogen)
Bedrijf tijdens standaard verwarming
Bedrijf tijdens verwarmen/ventileren
Bedrijf tijdens standaard ventileren
Terug
Selecteer het item
⑮⑯ (Houd de ventilator in werking)
Laat de ventilator draaien nadat het koelen is gestopt
Verkeerd
Instelling 1
Instelling 2
Instelling 3
Selecteer het item
⑰ Intermitterende ventilatorregeling bij verwarming
Intermitterende ventilatorregeling bij verwarming
Stop
Stoppen bij 20 min en starten bij 5 min
Stoppen bij 5 min en starten bij 5 min
Selecteer het item
⑱ Werking circulatie ventilator
Werking circulatie ventilator
Ongeldig
Geldig
Selecteer het item
Stel deze optie in als de ventilator wordt
gebruikt voor luchtcirculatie.
Ongeldig Tijdens de ventilatorsturing
draait de ventilator continu.
Geldig
Tijdens de ventilatorsturing
draait en stopt de ventilator op basis van
het verschil tussen de temperatuur die is
gedetecteerd door de RC-sensor en de
temperatuur die is gedetecteerd door de
retourluchtsensor.
9. Instellingen binnenunit (vervolg)
 Auto 3 details
Auto 3 details
Instelling buitentemperatuur op koelbegrenzing
Instelling buitentemperatuur op warmtebegrenzing
Binnentemperatuuromschakeling naar koelen
Binnentemperatuuromschakeling naar verwarmen
Selecteer het item
Stel de buiten- en binnentemperaturen
voor weersafhankelijke regeling voor
koeling en verwarming in.
-
Temperatuursinstelling voor de
automatische werkingsstand
Temperatuuromschakeling naar koelen
Druk ▲▼ t.b.v. diffwaarde, [Set].
(De afbeelding toont de Temperatuur
omschakelend naar koeling)
 Instelling thermisch bereik
Instelling thermisch bereik
Buitentemperatuur basis
Offset koeling
Offset verwarming
Instelling
Temp
Selecteer het item
Stel de kamertemperatuurregeling in, thermostaat t AAN/UIT schakelmethode en conditie.
Standaard De thermostaat wordt geregeld op basis van de binnentemperatuur en de
ingestelde temperatuur.
Buitentemperatuur basis De thermostaat wordt geregeld op basis van de buitentem-
peratuur en de waarden van "Offset koeling" en "Offset verwarming".
De instelling van de kamertemperatuur wordt uitgeschakeld.
Standaard (koelen/drogen) De condenspomp werkt zowel tijdens koelen als drogen.
Bedrijf tijdens standaard verwarming De condenspomp werkt tijdens koelen, drogen en
verwarmen.
Bedrijf tijdens verwarmen/ventileren Werkt in alle modi.
Bedrijf tijdens standaard ventileren De condenspomp werkt tijdens koelen, drogen en
ventileren.
Terug
⑮ Laat de ventilator draaien nadat het koelen is gestopt
⑯ Laat de ventilator draaien nadat het verwarmen is gestopt
Kies de gewenste ventilatorwerkingsduur na het stoppen en bij de koeling/
verwarming thermostaat-UIT stand.
Verkeerd
Werking nadraaitijd ventilator niet uitgevoerd.
Instelling 1 0,5 uur
Instelling 2 2 uur
Instelling 3 6 uur
* Resttijd kan variëren.
Terug
Selecteer de ventilatorsturing na de nadraaitijd van de ventilator na het stoppen en
verwarmen.
Stop
Intermitterende ventilatorregeling is niet uitgevoerd.
Stoppen bij 20 min en starten bij 5 min
Stoppen bij 5 min en starten bij 5 min
Terug
⑲ Instellingen regeldruk
Instellingen regeldruk
Standaard
Type1
Terug
Terug
Selecteer het item
Corrigeer het drukverschil wanneer
de buitenunit van de airconditioning is
aangesloten in het Multi (KX)-systeem.
Standaard Normaal
Type1
Als alle binnendelen in
deze bedrijfsmodus werken, wordt de
drukverschilwaarde gewijzigd.
"[Binnentemperatuur, koelen] <
(Voorbeeld)
[Binnenretourluchttemperatuur]"
en "[Buitentemperatuur, koelen] <
[Buitenluchttemperatuur]"
27
⇒ Bedrijfsmodus: Koeling
28
29
"[Binnentemperatuur, verwarmen]
30
> [Binnenretourluchttemperatuur]"
en "[Buitentemperatuur,
Terug
verwarmen] >
[Buitenluchttemperatuur]"
⇒ Bedrijfsmodus: Verwarming
Buitentemperatuur ingesteld voor verwarmbereik
◆ De buitentemperatuurinstelling voor koelen is begrensd tot 19 °C en de buiten-
temperatuurinstelling voor verwarmen is begrensd tot 20 °C,
de binnentemperatuuromschakeling naar koelen is 18 °C en de binnentempera-
tuuromschakeling naar koelen is 25 °C.
 Temperatuuromschakeling naar koelen  Temperatuuromschakeling naar verwarmen
Stel de temperatuuromschakeling in op koeling/verwarming met "Auto 1" en "Auto 2".
Koeling: 1 tot 4 °C
Verwarming: 1 tot 4 °C
Begrenzing buitentemp koeling  Begrenzing buitentemp verwarm
Stel de buitentemperatuur voor omschakelen koeling/verwarming in met "Auto 2" en "Auto 3".
Instellen (set)
Koeling: 10 tot 30 °C
Verwarming: 10 tot 22 °C
 Begrenzing ruimtetemp koeling  Begrenzing ruimtetemp verwarm
Terug
Stel de binnentemperatuur voor omschakelen koeling/verwarming in met "Auto 3".
Koeling: 18 tot 30 °C
Verwarming: 10 tot 30 °C
 Buitentemperatuur basis
Buitentemperatuur basis
32
Standaard
33
Buitentemperatuur basis
34
Terug
Terug
Selecteer het item
Controleer de bedrijfscondities elke 25
minuten en laat de ventilator 5 minuten
draaien.
Controleer de bedrijfscondities elke 10
minuten en laat de ventilator 5 minuten
draaien.
Geforceerde thermo-UIT
Buitentemperatuur ingesteld voor koelbereik
Koelmodus
Verwarmmodus
Geforceerde thermo-UIT
Buitentemp
PJZ012D151F-4

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave