Kalibratie
16
7
Kalibratie
7.1
Fabriekskalibratie
Voor uitlevering is de sensor in de fabriek gecontroleerd en gekalibreerd voor wat betreft
sensorhelling en nulpunt.
Omdat de correcte kalibratietoestand afhangt van de mediummatrix (ionische sterkte,
concentratie van interferentie-ionen, enz.), moeten gebruikers de sensoren altijd zelf
kalibreren na de inbedrijfstelling teneinde het nulpunt in te stellen zodat deze past bij de
betreffende toepassingsomstandigheden.. De handmatige offset is bij uitlevering op nul
ingesteld. Wanneer u geen compensatie-elektrode gebruikt voor automatische
interferentie-ioncompensatie, moet de offset worden ingesteld voordat de eerst kalibratie
wordt uitgevoerd wanneer wordt gewerkt met ammonium- en nitraatelektroden.
7.2
Aanbevelingen kalibratie
Toepassing
Te kalibreren variabelen
Inbedrijfname
Nulpunt, hangmatige offset Eenpuntskalibratie
Onderhoud
Helling
Nulpunt
Routine kalibratie Nulpunt
7.3
Kalibratiemodi
• pH-elektrode:
• Tweepuntskalibratie (aanbevolen)
• Eenpuntskalibratie
• Ionenselectieve elektroden:
• Eenpuntskalibratie (aanbevolen)
• Invoer gegevens
• Tweepuntskalibratie
• Standaard sommering (alleen "Expert")
• ORP-sensor:
Eenpuntskalibratie
• Temperatuurinstelling door invoer van een referentiewaarde
7.4
Kalibratieparameters
Bij het potentiometrisch bepalen van ionconcentraties, is de spanning zoals geleverd door
de elektrochemische meetcel (bestaande uit de ionenselectieve elektrode en een
referentie-elektrode) binnen het "lineaire" of bij voorkeur "NERNST"-bereik proportioneel
met het logaritme van de concentratie (of activiteit) van de te bepalen ionen. De helling-
en nulpuntkalibratieparameters refereren aan deze logaritmische relatie, welke deze
parameters een compleet andere betekenis geven in deze meetmethode in vergelijking
met andere meetmethodes.
Aanbevolen kalibratietypen
Invoer gegevens
Stel de helling in de transmitter in zoals gespecificeerd op het
certificaat van de fabrikant
Eenpuntskalibratie
Eenpuntskalibratie
ISEmax CAS40D
Endress+Hauser