2.4.5. Aansluiting afvoer
Zorg ervoor dat de afsluitkraan van de afvoerslang gesloten is tijdens het gebruik als er geen afvoer ter plaatse is (modelafhankelijk).
Als er een afvoer ter plaatse wordt gebruikt, kan de afvoerslang hier rechtstreeks op worden aangesloten. De afvoer moet
voorzien zijn van een sifon. Dit voorkomt dat er koude lucht en geurtjes in de vitrine komen.
OPMERKING
De afvalwaterinstallatie mag alleen door bevoegd vakpersoneel worden uitgevoerd. De fabrikant raadt aan om een
stankafsluiter (sifon) in het afvalwatersysteem te installeren. Afvalwateraansluitingen moeten volgens de plaatselijke
omstandigheden worden geïnstalleerd.
WAARSCHUWING
Gevaar voor lekkend water door een onjuist geïnstalleerde afvalwateraansluiting
Zorg er bij de opstelling en het gebruik van de apparatuur voor dat de afvoerwateraansluitingen goed geïnstalleerd zijn. Als
u de apparatuur met de hand optilt, kan de vergrendeling loskomen en het water eruit stromen. Dit moet na de installatie en
vóór de dagelijkse inbedrijfstelling worden gecontroleerd. Er moet beschermende uitrusting worden gebruikt.
2.4.6. Vaste wateraansluiting
Op de vaste wateraansluiting mag alleen een drinkwaterleiding worden aangesloten. Gebruik bij de montage de meegeleverde
pakking en zeef (modelafhankelijk). Er moet ter plaatse een afsluitklep aanwezig zijn. Deze moet dagelijks na sluitingstijd
worden gesloten. Controleer de aansluiting regelmatig op lekken.
OPMERKING
Voor apparaten met een vaste wateraansluiting (drinkwaterkwaliteit) is de maximale aansluitdruk 4 bar. Dit moet door de
operator worden verzekerd en gecontroleerd.
Technische wijzigingen voorbehouden | Geldig vanaf januari 2023
33
33