86
5.6 – DIAGNOSE EN SIGNALERINGEN
Sommige inrichtingen geven zelf al speciale signaleringen waardoor het
mogelijk is de bedrijfsstatus of eventuele storing te herkennen.
5.6.1 – Fotocellen
In de fotocelllen bevindt zich een ledlampje "SAFE" [A] (afbeelding 87)
waarmee de bedrijfsstatus op ieder moment gecontroleerd kan worden.
LED "SAFE"
Uit
3 keer snel knipperen en 1
seconde pauze
1 keer heel langzaam knip-
peren
1 keer langzaam knipperen
1 keer snel knipperen
1 keer heel snel knipperen
Altijd aan
5.6.2 – Waarschuwingslicht en gebruikerslicht
Het waarschuwingslicht knippert tijdens de manoeuvre één keer per
seconde, terwijl het gebruikerslicht ononderbroken brandt. In geval van
storing knippert het waarschuwingslicht sneller (het duurt dan een halve
Snelle Knipperinden
1 knippering
een pauze van 1 seconde
1 knippering
2 knipperingen
een pauze van 1 seconde
2 knipperingen
3 knipperingen
een pauze van 1 seconde
3knipperingen
4 knipperingen
een pauze van 1 seconde
4 knipperingen
24
A
Status
De fotocel krijgt geen stroom
of is defect
Inrichting niet door de
besturingseenheid herkend
De RX ontvangt een uitstekend signaal
De RX ontvangt een goed signaal
De RX ontvangt een zwak signaal
De RX ontvangt een zeer slecht signaal
De RX ontvangt geen signaal
Status
Fout op ECSBus
Inwerkingtreding van een fotocel
Inwerkingtreding begrenzer "motorvermogen"
Inwerkingtreding van de ingang STOP
B
C
D
87
TABEL 14
Handeling
Controleer of er op de klemmen van de fotocel een spanning van onge-
veer 8-12 Vdc staat; indien de spanning goed is, is de fotocel waar-
schijnlijk defect
Voer de herkenningsprocedure van de besturingseenheid nogmaals uit.
Controleer of ieder stel fotocellen op de ECSBus verschillende adressen
hebben
Werking normaal
Werking normaal
Werking normaal maar het is raadzaam na te gaan of TX-RX op één lijn
liggen en de glaasjes goed schoon zijn
Op het randje van een normale werking, controleer of TX-RX op één lijn
liggen en de glaasjes schoon zijn
Controleer of er tussen TX en RX een obstakel is. Controleer of het led-
lampje op de TX één keer langzaam knippert. Controleer of TX-RX op
één lijn liggen
seconde). De knipperingen worden worden twee keer herhaald, met een
pauze van een seconde daartussen. Dezelfde diagnoseknipperingen ziet
u ook op het gebruikerslicht.
TABEL 15
Handeling
Bij controle aan het begin van de manoeuvre is er geen overeen-
komst tussen de aanwezige inrichtingen en de herkende inrichtin-
gen. Controleer en probeer de herkenningsprocedure opnieuw.
(5.3.3 "Herkennen van andere inrichtingen"). Het kan zijn dat er
inrichtingen defect zijn. Controleer en vervang ze.
Aan het begin van de manoeuvre geven één of meer fotocellen
geen toestemming. Controleer of er obstakels zijn. Tijdens de
manoeuvre is er geen actie vereist, indien er inderdaad een
obstakel aanwezig is.
Tijdens de manoeuvre heeft de deur meer wrijving ondervonden.
Ga na wat de oorzaak is.
All'inizio della manovra o durante il movimento c'è stato un inter-
vento dell'ingresso di STOP; verificare la causa.
E
A
G
F