3 Controleer of het lampje van het gebruikerslampje [C] op de sleutel-
schakelaar KS1 brandt.
70
4 Indien dit allemaal niet gebeurt, is het raadzaam de stroomvoorziening
naar de besturingseenheid af te sluiten en de kabelverbindingen nauw-
keuriger te controleren. Zie voor andere nuttige aanwijzingen ook para-
graaf 5.5 "Oplossen van problemen" en 5.6 "Diagnose en signaleringen".
3.5.1 – Herkennen van de aangesloten inrichtingen
Na beëindiging van de eerste controles, moeten de inrichtingen die met
de klemmen "ECSBus" en "STOP" op de besturingseenheid aangesloten
zijn, door de besturingseenheid herkend worden.
1 Druk op toets P2 [C] van de besturingseenheid op afb. 49, houd hem ten-
minste drie seconden ingedrukt en laat hem dan weer los. (afbeelding 71).
2 Wacht enkele seconden totdat de besturingseenheid de inrichtingen
herkend heeft.
3 Nadat een inrichting herkend is, moet het ledlampje STOP [A] blijven
branden, terwijl het ledlampje P2 [B] uit moet gaan. Indien het ledlampje
P2 knippert, betekent dit dat er een fout is: zie paragraaf 5.5 "Oplossen
van problemen ".
De herkenningsfase van de aangesloten inrichtingen kan op ieder
moment opnieuw uitgevoerd worden, ook na de installatie (bijvoorbeeld
als er nog een fotocel bij geplaatst wordt); u begint dan weer bij punt 1.
71
A
B
3.5.2 – Herkennen van de openings- en sluitstanden van de deur
Nadat de inrichtingen herkend zijn, moet de besturingseenheid de ope-
nings- en sluitstanden van de deur herkennen. In deze fase wordt de
deurloop vanaf de mechanische eindaanslag sluiting tot de mechanische
eindaanslag opening gemeten.
1 Controleer of de wagen aangekoppeld is.
2 Druk op toets P3 [A] van de besturingseenheid, houd deze tenminste
drie seconden ingedrukt en laat de toets dan weer los (afbeelding 72).
72
B
• Wacht tot de besturingseenheid de herkenningsfase uitgevoerd heeft:
het sluiten, openen en opnieuw sluiten van de deur.
• Indien er tijdens de herkenningsfase een willekeurige inrichting in wer-
king treedt of er op P3 gedrukt wordt, zal de herkenningsfase onmiddellijk
afgebroken worden. U dient dan helemaal van voren af aan te beginnen.
• Tijdens de herkenningsprocedure zal het gebruikerslicht net zo knippe-
ren als het waarschuwingslicht.
3 Indien het ledlampje P3 [B] aan het einde van de test knippert, betekent
dit dat er een fout is, zie paragraaf 5.5 "Oplossen van problemen.
C
4 Druk op de kleine gele knop [C] op afbeelding 73 om een complete
manoeuvre van openen en sluiten uit te voeren. Tijdens deze twee ma -
noeuvres slaat de besturingseenheid het voor elk punt van de loop vereis-
te vermogen in het geheugen op. Het is belangrijk deze eerste twee ma -
noeuvres niet te onderbreken.
73
E' importante che queste due prime manovre non vengano interrotte.
Indien deze manoeuvres niet helemaal ten einde worden gebracht, dient u
de herkenningsprocedure vanaf punt 1 opnieuw uit te voeren.
De herkenningsfase van de standen kan op elk moment opnieuw uitge-
voerd worden, ook na de installatie (bijvoorbeeld indien één van de
mechanische eindaanslagen verplaatst is). Begin opnieuw vanaf punt 1.
C
rect gespannen is, kan de riem op het rondsel slippen. Indien dit het
geval is dient u de herkeningsprocedure onmiddellijk af te breken
door op toets P3 te drukken en de riem aan te spannen door de moer
[D] vast te draaien. Daarna dient u de herkenningsprocedure vanaf
punt 1 te hervatten.
74
3.5.3 – Controle van de radiozender
Om de zender te controleren behoeft u slechts op één van de 4 toetsen te
drukken, na te gaan of het rode ledlampje knippert en of de automatise-
ring de voorgeschreven opdracht uitvoert.
A
Welke opdracht aan een toets gekoppeld is, hangt af van de modus waa-
rin die in het geheugen opgeslagen is (zie paragraaf 5.4 "Geheugenopslag
van radiozenders"). De meegeleverde zender is al in het geheugen opge-
slagen; wanneer u op één van de toetsen drukt, worden de volgende
opdrachten verzonden:
LET OP: als de riem tijdens het zoeken naar de standen niet cor-
Toets T1
Opdracht "OPEN"
Toets T2
Opdracht "Gedeeltelijke openen"
Toets T3
Opdracht "Alleen openen"
Toets T4
Opdracht "Alleen sluiten"
C
D
17