7
Camera/smart-apparaat: Druk op flexibele knop 4 (O) op de
camera en op KOPPELEN in de SnapBridge-app.
8
Camera/smart-apparaat: Voltooi de verbindingsinstellingen.
Camera: Druk op flexibele knop 4 (A) als het
dialoogvenster aan de rechterkant wordt
weergegeven.
Smart-apparaat: Tik op OK wanneer het
dialoogvenster wordt weergegeven dat
aangeeft dat de koppeling is voltooid.
9
Camera: Volg de instructies op het scherm om het setup-proces te
voltooien.
Als u locatiegegevens met foto's wilt vastleggen, selecteert u flexibele knop 3 (R Ja)
wanneer hierom wordt gevraagd en schakelt u de locatiegegevensfuncties in. Schakel de
locatiegegevensfuncties in op het smart-apparaat en op het tabblad A van de
SnapBridge-app M Auto koppelingsopties M Locatiegegevens synchroniseren
inschakelen.
U kunt de cameraklok synchroniseren met de tijd die wordt aangegeven door het smart-
apparaat door flexibele knop 3 (R Ja) te selecteren wanneer hierom wordt gevraagd. Op
het tabblad A van de SnapBridge-app M Auto koppelingsopties M Klokken
synchroniseren inschakelen.
Er wordt een dialoogvenster weergegeven waarin u wordt gevraagd om een
achtergrondontwerp te selecteren wanneer u de camera voor het eerst inschakelt. Ga in
dergelijke gevallen naar stap 7 (A16) in "Camera instellen".
Er is nu verbinding gemaakt tussen de camera en het smart-apparaat.
Foto's die met de camera zijn vastgelegd worden automatisch geüpload naar het
smart-apparaat.
Verbinden met smart-apparaat (SnapBridge)
Verbinding maken tussen de camera en een smart-apparaat
Verific.code
123456
Controleer of dezelfde
verificatiecode wordt
weergegeven op het
smartapparaat en druk op OK.
29
Uw camera en smartapparaat zijn
verbonden!
SnapBridge verzendt uw foto's naar
het smartapparaat terwijl u ze
maakt.