Beelden opnemen
De stand A Richten en foto maken wordt hier als voorbeeld gebruikt. Als u A Richten en
foto maken gebruikt, herkent de camera automatisch de opnameomstandigheden wanneer
u een beeld kadreert, zodat u opnamen kunt maken met behulp van instellingen die
geschikt zijn voor de omstandigheden.
1
Druk op flexibele knop 1.
Aanduiding batterijniveau
F: De batterij is bijna vol.
G: De batterij is bijna leeg.
Aantal resterende opnamen
C wordt weergegeven als geen
geheugenkaart in de camera is geplaatst.
In dat geval worden de opnamen
opgeslagen in het interne geheugen.
2
Houd de camera stil.
Houd uw vingers en andere voorwerpen uit de buurt
van objectief, flitser, AF-hulpverlichting, microfoon en
luidspreker.
3
Kadreer het beeld.
Gebruik HI van de multi-selector om de zoomstand
van het objectief te wijzigen.
Basisstappen voor fotograferen en weergeven
Beelden opnemen
Aantal resterende opnamen
19
Aanduiding batterijniveau
2 1 0 0
2 1 0 0
2 5 m 0 s
2 5 m 0 s
Inzoomen
Uitzoomen