Auteur-ID en Projecttype instellen
Elk bestand dat met de recorder wordt opgenomen,
bevat Auteur-ID en Projecttype als onderdeel van
de header-informatie. Als u meerdere waarden
voor Auteur-ID en Projecttype wilt gebruiken,
gebruikt u de meegeleverde ODMS-software om
een gegevenslijst (lijst met waarden Auteur-ID
en Projecttype) naar de recorder te uploaden. Zie
voor meer informatie de Online Help van ODMS
(☞ Blz. 46).
Auteur-ID wordt standaard ingesteld op "DS9500"
of "DS9000".
3
De Auteur-ID instellen
1
Schakel de recorder in.
• Als [Prompt for author ID at Power-on.]
is ingesteld met de ODMS-software
(☞ Blz. 46), verschijnt de geregistreerde
Auteur-ID.
2
Druk op de knop + of – om de aan de
recorder toe te wijzen Auteur-ID uit de
ID-lijst te kiezen.
3
Druk op de knop OK/MENU om de ID in
te stellen.
Auteur-ID
AUTHOR1
AUTHOR2
AUTHOR3
AUTHOR4
AUTHOR5
• Als er meerdere Auteur-ID's zijn
geregistreerd, wordt de ID-lijst weergegeven.
OPMERKING
• U kunt tot 10 Auteur-ID's (met een maximum van
16 tekens) registreren.
NL
30
SLUITEN
Het projecttype instellen
Met de ODMS-software kunt u tot 20 projecttypen
registreren en naar de recorder uploaden. U kunt
desgewenst tot 10 items associëren met elk
projecttype. Projecttypen en optie-items kunnen
door de recorder worden gebruikt om de header-
informatie van bestanden te vullen. Zie de Online
Help van de ODMS-software (☞ Blz. 50) voor
informatie over het registreren/instellen van optie-
items met ODMS.
De Projecttype-informatie van de opgenomen of
geüploade bestanden kunnen worden bewerkt via
de menu-instellingen van de recorder (☞ Blz. 42).
1
Druk op de knop OK/MENU terwijl de
voicerecorder in stopmodus staat.
promp• Als [Prompt for Worktype ID on
new recordings.] is ingesteld met de
ODMS-software (☞ Blz. 46), worden de
naar de recorder geüploade projecttypen
opgenomen in een lijst.
Druk op de knop + of – om een projecttype
2
uit de projecttypelijst te selecteren.
Projecttype
Worktype1
Worktype2
Worktype3
Worktype4
Worktype5
SLUITEN
Druk op de knop OK/MENU om het
3
projecttype in te stellen.
• Het geselecteerde projecttype en tot
20 bijbehorende optie-items kunnen als
header-informatie worden opgeslagen.
• Het is mogelijk om een extra waarde toe te
voegen aan de lijst van optie-items voor het
geselecteerde projecttype. Ga hiervoor naar
het projecttypescherm (☞ Blz. 42). Zie
voor meer informatie de Online Help van de
ODMS-software (☞ Blz. 50).