Opnemen
De recorder heeft standaard vijf mappen: [A], [B],
[C], [D], [E]. Deze vijf mappen kunnen worden
gebruikt voor verschillende soorten opnames.
Per map kunt u tot 200 berichten opslaan.
2
Opnamefunctie
Voordat u een eerdere opname overschrijft, kan de
functie RECORD ingesteld worden op het volgende:
• Toevoegen: de nieuwe opname wordt aan
het einde van het eerder opgenomen bestand
toegevoegd (☞ Blz. 19).
• Overschrijven (standaard): overschrijft en
verwijdert een deel van het eerder opgenomen
bestand, beginnend bij de gekozen positie
(☞ Blz. 20).
• Invoegen: het opgenomen bestand wordt in
het eerder opgenomen bestand ingevoegd,
beginnend bij de gekozen opnamepositie.
Het oorspronkelijke bestand blijft behouden
(☞ Blz. 21).
De functie RECORD is standaard ingesteld om te
overschrijven.
De opname begint bij de huidige positie in het
huidige bestand.
OPM E RK IN G
• Append recording, overwrite recording en insert
recording zijn niet beschikbaar bij
MP3-bestanden.
• Invoegen is niet mogelijk bij PCM-bestanden
(alleen DS-9500).
NL
18
Basisfuncties
Opname-instellingen
Gebruik de opname-instellingen om een
geschikte opnameomgeving te creëren.
• Handsfree opnemen (☞ Blz. 22).
• Opnamebewaking (☞ Blz. 22).
• Gesproken opmerking (☞ Blz. 31).
• Microfoonmodus [Microfoonmodus]
(☞ Blz. 38).
• Microfoongevoeligheid [Mic-gevoeligh.]
(☞ Blz. 38).
• Opnamemodi [Opnamemodus] (☞ Blz. 39).
• De Variable Control Voice Actuator [VCVA]
gebruiken (☞ Blz. 39).