Boten met voorop gemonteerde hoge visstoelen op voetstuk
Hoge visstoelen zijn niet bedoeld voor gebruik als de boot sneller vaart dan met stationair toerental of op het langzaam-
varen toerental. Ga alleen op stoelen zitten die bedoeld zijn voor varen met hogere snelheid.
Een onverwachte, plotselinge afname in de snelheid van de boot kan tot gevolg hebben dat de passagier die hoog zit over
de voorkant uit de boot valt.
Springen over golven en kielzog
Het springen over golven en kielzog kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken als opvarenden door of uit de boot worden
geworpen. Vermijd springen over golven en kielzog zo veel mogelijk.
Met recreatievaartuigen over golven en kielzog varen is een normaal onderdeel van het varen. Maar wanneer dit met
zoveel snelheid gebeurt dat het onderwaterschip gedeeltelijk of geheel uit het water wordt geduwd, ontstaan er bepaalde
gevaren, vooral op het moment waarop de boot weer in het water belandt.
Het grootste gevaar bestaat daarin, dat de boot tijdens een sprong van richting kan veranderen. In dat geval kan de boot bij
het landen plotseling een nieuwe richting inslaan. Bij zo'n scherpe richtingverandering of bocht kunnen de opvarenden uit
hun stoel of uit de boot worden geslingerd.
Er is nog een ander, minder vaak voorkomend gevaar als u de boot van een golf of kielzog laat wegschieten. Als de boeg
van de boot in de lucht schuin genoeg komt, kan deze, wanneer hij het water raakt, onder het wateroppervlak komen en
gedurende een ogenblik helemaal onderduiken. Dit brengt de boot vrijwel onmiddellijk tot stilstand en kan de opvarenden
naar voren doen vliegen. De boot kan ook scherp naar één kant hellen.
Botsingen met obstakels onder water
Minder uw snelheid en vaar voorzichtig verder in ondiep water of op plaatsen waar u vermoedt dat er obstakels onder
water zijn die door de aandrijfcomponenten onder water, het roer of de bodem van de boot geraakt kunnen worden. U
voorkomt letsel of schade door aanraking van een drijvend voorwerp of een voorwerp onder water het beste door de
snelheid van de boot in de hand houden. Onder deze omstandigheden dient de boot op een planeersnelheid van ten
minste 24 tot 40 km/uur (15 tot 25 mpu) te worden gehouden.
Het raken van een drijvend obstakel of of een voorwerp onder water kan tot talloze verschillende scenario's leiden.
Sommige van deze situaties kunnen in het volgende resulteren:
•
De boot kan plotseling in een andere richting gaan varen. Bij zo'n scherpe richtingverandering of bocht kunnen de
opvarenden uit hun stoel of uit de boot worden geslingerd.
•
De snelheid kan plotseling afnemen. Hierdoor worden opvarenden naar voren of misschien zelfs uit de boot
geslingerd.
90-8M0115855
DECEMBER 2015
nld
WAARSCHUWING
!
mc79680-1
17269
Hoofdstuk 2 - Op het water
mc79557-1
Bladzijde 21