2.
Draai aan de knop van de reduceerklep (A) om de reduceerklep te sluiten.
3.
Schakel de persluchttoevoer in.
4.
Draai de knop van de reduceerklep tot de manometer (C) 6 bar (600 kPa) aangeeft.
5.
Controleer bij de vacuümmeter (B) of de onderdruk na enkele minuten stijgt.
6.
Als de meter geen tekenen van aanwezigheid van vacuüm aangeeft:
•
Controleer alle aansluitingen van de vacuümslang op lekkage.
•
Controleer de ontluchting en de ontluchtingsdop op lekkage.
•
Controleer de afdichting op beschadigingen.
7.
Draai aan de knop van de reduceerklep om het gewenste vacuümniveau in te stellen.
Zie ook
Refer to "Voorbereidingen" op pagina39
Refer to "Inbedrijfstelling" op pagina40
Refer to "Periodiek onderhoud" onder
12.3
Onderhoud
Periodiek onderhoud
Controleer periodiek de achterkant van de pomp op lekkage van pompsmeermiddel. Lekkage duidt
op een beschadigde of versleten afdichting.
Afdichting en slijtring vervangen (vacuümoptie)
1.
Verwijder de rotor.
Zie ook
Refer to "Afdichting en slijtring vervangen" op pagina70
2.
Verwijder de borgring (A) naast de afdichting van de naaf (B) door het penvormige
gereedschap op het schuine uiteinde (C) te drukken. Het uiteinde van de borgveer komt uit de
groef. Door het gereedschap langs de omtrek te bewegen, kan de gehele borgveer worden
losgemaakt.
127
B
A
c
m-bredel-40-100-nl-05