U wijzigt het ventilatorsnelheidsniveau als volgt:
1. Start het programma Setup Utility. Zie 'Het programma Setup Utility starten' op pagina 37.
2. Selecteer Power ➙ Fan Control Stepping en druk op Enter.
3. Selecteer een ventilatorsnelheidsniveau en druk op Enter.
4. Om de instellingen op te slaan en het programma Setup Utility af te sluiten, drukt u op F10 of Fn+F10
(afhankelijk van de toetsenbordinstellingen), selecteert u Yes in het venster dat wordt geopend en drukt
u op Enter.
Setup Utility afsluiten
Ga als volgt te werk om het programma Setup Utility af te sluiten:
• Als u de nieuwe instellingen wilt opslaan, drukt u op F10 of Fn+F10 (afhankelijk van de
toetsenbordinstellingen). Selecteer vervolgens Yes in het weergegeven venster en druk op Enter.
• Als u de nieuwe instellingen niet wilt opslaan, selecteert u Exit ➙ Discard Changes and Exit en drukt u
op Enter. Selecteer vervolgens Yes in het weergegeven venster en druk op Enter.
Het BIOS bijwerken en herstellen
Het BIOS is het eerste programma dat de computer uitvoert wanneer u de computer aanzet. Het BIOS
initialiseert de hardwarecomponenten en laadt het besturingssysteem en andere programma's.
Het BIOS bijwerken
Als u een nieuw programma, hardwareapparaat of stuurprogramma installeert, krijgt u mogelijk te horen dat u
het BIOS moet bijwerken. U kunt het BIOS vanaf uw besturingssysteem of een flashupdate-schijf (alleen
beschikbaar op bepaalde modellen) bijwerken.
Ga als volgt te werk om het BIOS bij te werken:
1. Ga naar
http://www.lenovo.com/support
2. Om het BIOS vanuit het besturingssysteem bij te werken, downloadt u het stuurprogramma van de
BIOS-flashupdate voor de versie van uw besturingssysteem. Om het BIOS bij te werken vanaf een
flashupdateschijf, downloadt u de ISO-imageversie (die wordt gebruikt om een flashupdateschijf te
maken). Download vervolgens de installatie-instructies voor het stuurprogramma van de BIOS-
flashupdate.
3. Druk de gedownloade installatie-instructies af en volg de instructies voor het bijwerken van het BIOS.
Opmerking: Als u het BIOS vanaf een flashupdateschijf wilt bijwerken, is het mogelijk dat de installatie-
instructies geen instructies voor het opnemen van de updateschijf bevatten. Zie 'Een schijf opnemen' op
pagina 20.
Herstellen van een BIOS-bijwerkfout
Ga als volgt te werk om update-fouten in BIOS te herstellen:
1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit en zet vervolgens de
computer uit. Haal vervolgens alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels die op de
computer zijn aangesloten.
2. Verwijder de kap van de computer. Zie Hoofdstuk 7 'Het verwijderen en installeren van hardware' op
pagina 65.
3. Zoek de jumper voor Wissen van CMOS/Herstel op de systeemplaat. Zie 'Hardwarelocaties' op pagina
1.
4. Verwijder alle onderdelen en kabels om bij de jumper voor Wissen van CMOS/Herstel te kunnen komen.
.
.
Hoofdstuk 5
Geavanceerde configuratie
43