3. Bepaal waar het compartiment voor de geheugenmodule zich bevindt. Zie 'Onderdelen op de
systeemplaat' op pagina 7.
4. Om een geheugenmodule te vervangen, opent u de klemmetjes en trekt u de module voorzichtig uit het
geheugencompartiment.
Figuur 115. Een geheugenmodule verwijderen
5. U installeert een geheugenmodule als volgt:
a. Open de klemmetjes van het geheugencompartiment waarin u de geheugenmodule wilt installeren.
Figuur 116. Klemmetjes openen
132
P520 Gebruikershandleiding