5. Verwijder de vier schroeven waarmee het koelvinblok en de ventilatoreenheid op de systeemplaat zijn
bevestigd, in diagonale volgorde. Bijvoorbeeld:
a. Verwijder eerst gedeeltelijk schroef
schroef
1
volledig.
b. Verwijder eerst gedeeltelijk schroef
3
schroef
volledig.
Opmerking: Mogelijk ziet uw computer er enigszins anders uit dan in deze afbeeldingen.
Figuur 105. Het koelvinblok en de ventilatoreenheid verwijderen
6. Verwijder het koelvinblok en de ventilatoreenheid voorzichtig om mogelijke schade aan de systeemplaat
te voorkomen.
Opmerkingen:
• De vier schroeven kunnen niet uit het koelvinblok en de ventilatoreenheid worden verwijderd.
• Het kan nodig zijn het koelvinblok en de ventilatoreenheid voorzichtig te draaien om deze los te
maken van de microprocessor.
• Raak het thermische vet op het koelvinblok en de ventilatoreenheid niet aan.
7. Breng de juiste hoeveelheid thermisch vet aan op het nieuwe koelvinblok met de ventilatoreenheid.
8. Plaats het nieuwe koelvinblok met de ventilatoreenheid zodanig op de systeemplaat dat de vier
schroeven op één lijn liggen met de gaten in de systeemplaat.
Opmerking: Zorg ervoor dat de kabel van het koelvinblok en de ventilatoreenheid naar de aansluiting
van de microprocessorventilator op de systeemplaat wijst.
9. Plaats de vier schroeven om het nieuwe koelvinblok met de ventilatoreenheid vast te zetten, in diagonale
volgorde. Draai de schroeven niet te vast aan.
a. Draai eerst schroef
1
volledig vast.
b. Draai eerst schroef
3
volledig vast.
124
P520 Gebruikershandleiding
1
, verwijder dan schroef
3
, verwijder dan volledig schroef
1
gedeeltelijk vast, draai dan schroef
3
gedeeltelijk vast, draai dan schroef
2
volledig en verwijder ten slotte
4
en verwijder ten slotte
2
volledig vast en draai ten slotte schroef
4
volledig vast en draai ten slotte schroef