8 Toepassingsvoorbeelden
Optie dwangmatige om-
schakeling
50
Rel. 2: 90% On
Rel. 1: 80% On
Rel. 1, 2: 10% Off
On
Rel. 1
Off
On
Rel. 2
Off
10
Fig. 14: Voorbeeld voor pompsturing 2
Inschakelgedrag voor pompsturing 2
Na het inschakelen van de regelaar zijn de relais eerst uitgeschakeld.
Afhankelijk van het actieve ingangssignaal en de inschakelduur van
de afzonderlijke relais kunnen na de startprocedure de volgende
relaisschakeltoestanden optreden:
•
Ingangssignaal is groter dan bovenste schakelpunt -> relais met
laagste inschakelduur wordt ingeschakeld.
•
Ingangssignaal ligt tussen onderste en bovenste schakelpunt ->
relais blijft uitgeschakeld
•
Ingangssignaal is kleiner dan onderste schakelpunt -> relais blijft
uitgeschakeld
Wanneer het niveau gedurende langere tijd niet veranderd, zou altijd
dezelfde pomp ingeschakeld blijven. Via de parameter " Omscha-
keltijd" kan een tijd worden ingesteld, na welke de dwangmatige
omschakeling van de pomp plaatsvindt. Welke pomp wordt ingescha-
keld, hangt af van de gekozen pompbedrijfsstand. Wanneer alle pom-
pen al zijn ingeschakeld, dan blijft de pomp ook verder ingeschakeld.
Deze functie kan uitsluitend via PC en DTM worden ingesteld.
Opmerking:
Wanneer bij het activeren van de dwangmatige omschakeling de
pomp al is ingeschakeld, dan wordt de timer niet gestart. Pas na
uit- en opnieuw inschakelen start de timer. Wanneer een uitschakel-
vertraging is ingesteld, dan wordt daarmee geen rekening gehouden,
d.w.z. de omschakeling volgt exact na de ingestelde tijd voor de
dwangmatige omschakeling. Met een ingestelde inschakelvertraging
wordt daarentegen wel rekening gehouden, d.w.z. de dwangmatige
omschakeling naar een andere pomp volgt na de ingestelde tijd.
Voordat de nieuw gekozen pomp inschakelt, moet de ingestelde
inschakelvertraging voor deze pomp zijn afgelopen.
30
20
20
VEGAMET 625 • Tweekanaals HART
t [h]
5
15