Inhoudsopgave
Advertenties
8 Toepassingsvoorbeelden
46
plaats 3). Wanneer dit te groot wordt, volgt via een van de geïnte-
greerde relais een signaal, die de roosterreiniging activeert. Wanneer
bijvoorbeeld van een max. niveau van 2 m wordt uitgegaan, en bij een
verschil van 20 cm moet de roosterreiniging worden gestart.
5
h1
4
Fig. 12: Verschilmeting roosterbesturing
1
Bovenstroom
2
Benedenstrooms
3
Verschil h3
4
Referentievlak
5
Max. niveau h1
De volgende stappen zijn nodig om de meting in te stellen:
•
Keuze toepassing
– Kies onder " Instrumentinstellingen - toepassing" de positie "
Standaard" en bevestig dit met [OK]. Via de [->]-toets gaat u
naar de volgende stap.
•
Adrestoekenning sensoren
– Omdat beide sensoren via HART-multidrop worden aangespro-
ken, moeten eerst de sensoren een adres krijgen (zie hoofdstuk
" Inbedrijfnamestappen")
– Sluit de sensor 1 aan voor de bovenstroom
– Voer onder " Service - sensoradres veranderen" in het menu-
punt " Nieuwe adres" het HART-adres " 01" in.
– Maak sensor 1 weer los en sluit sensor 2 voor de beneden-
stroom aan.
– Ken het HART-adres " 02" toe.
– Sluit de sensor 1 weer aan
•
Toekenning van de ingangen en meetplaatsen
– Meetpunt 1 (bovenloop): start onder " Meetplaatsen -
meetplaats 1 - ingang - ingang veranderen - sensorkeuze"
het menupunt " Sensor zoeken". Bij correcte adrestoekenning
moeten aansluitend beide sensoren worden weergegeven. Kies
de eerste sensor met adres 01 uit.
– Meetplaats 2 (benedenstroom): ga onder " Meetplaatsen -
meetplaats 1 - ingang 1 veranderen - sensorkeuze" naar het
menupunt " Sensorlijst". Kies de tweede sensor met adres 02
uit.
h3
1
VEGAMET 625 • Tweekanaals HART
3
2
Advertenties
Inhoudsopgave
