Meetplaats - meet-
plaats-TAG
Meetplaats - uitgangen -
relaisuitgangen
VEGAMET 625 • Tweekanaals HART
6 In bedrijf nemen met de geïntegreerde aanwijs- en bedieningseenheid
→
Voer de gewenste parameters in met de betreffende toetsen en
sla uw instellingen op met [OK].
In dit menupunt kan aan ieder meetpunt een eenduidige naam wor-
den gegeven, bijv. de meetplaatsnaam of de tank- resp. productnaam.
In digitale systemen en voor de documentatie van grotere installaties
moet voor een nauwkeurige identificatie van de meetplaatsen een
eenduidige naam worden ingevoerd.
→
Voer de gewenste parameters in met de betreffende toetsen en
sla uw instellingen op met [OK].
Onder " Uitgangen" zijn de relais-/stroomuitgangen opgenomen. Bij
relaisuitgang moet eerst de gewenste bedrijfsstand (" Overvulbeveili-
ging" of " Droogloopbeveiliging") worden gekozen.
•
Overvulbeveiliging: relais wordt bij het onderschrijden van het
min. niveau uitgeschakeld (veilige spanningsloze toestand), bij
het onderschrijden van het minimum niveau weer ingeschakeld
(inschakelpunt < uitschakelpunt)
•
Droogloopbeveiliging: relais wordt bij het onderschrijden van
het min. niveau uitgeschakeld (veilige spanningsloze toestand),
bij het overschrijden van het maximum niveau weer ingeschakeld
(inschakelpunt > uitschakelpunt)
Andere bedrijfsstanden zoals " Schakelvenster", " Debiet" en " Trend"
kunnen uitsluitend via PACTware en DTM worden ingesteld.
Kies de gewenste bedrijfsstand en sla deze op met [OK]. Door
indrukken van [->] komt u bij het volgende menupunt.
.
Voer nu de referentiegroottheid in, waarop de relaisschakelpun-
ten betrekking hebben. Door het indrukken van [->] komt u bij het
volgende menupunt.
.
Voer nu de schakelpunten in voor het in- en uitschakelen van de
relais. De meetgrootheid waarop deze betrekking hebben, kan
tevens worden gekozen.
25