2.5.
Restrisico's
Ondanks het veilige ontwerp en constructie van het product en de voorgeschreven beschermende maatregelen heeft
het product nog restrisico's. Deze handleiding bevat veiligheidsberichten om deze risico's aan te geven. De opmaak en
het uiterlijk van veiligheidsberichten die horen bij een bepaalde sectie of zin, worden uitgelegd in hoofdstuk 1.
Voorwoord. Zie hoofdstuk 2.7. Veiligheidsmaatregelen voor de algemene veiligheidsberichten.
2.6.
Wat te doen in geval van nood
Schakel in geval van nood onmiddellijk de stroomtoevoer naar het circuit waarop het laadpunt is geïnstalleerd uit.
2.7.
Veiligheidsmaatregelen
2.7.1. Elektriciteit
6 WAARSCHUWING
- Schakel altijd de stroomtoevoer naar het circuit uit voordat u het product installeert.
- Het elektrische systeem moet tijdens de gehele installatieprocedure spanningsvrij zijn. Als dit niet het geval is,
kan dit leiden tot ernstig letsel of zelfs de dood.
- De installatieprocedure moet worden uitgevoerd door een getrainde elektromonteur die werkt in
overeenstemming met alle relevante lokale wetten en voorschriften.
- Niet installeren in een potentieel explosieve atmosfeer en/of in zones met hoge elektromagnetische straling en/of
in overstromingsgevoelige gebieden.
- Het laadpunt is aangesloten op het elektriciteitsnet en zelfs als de apparatuur is uitgeschakeld, kunnen er
gevaarlijke spanningen aanwezig zijn op de aansluitingen.
- Schakel altijd de AC-voeding uit voordat u begint met werkzaamheden aan het laadpunt en/of de installatie
ervan. Voer geen werkzaamheden uit in regenachtige omstandigheden of bij een luchtvochtigheid van meer dan
95%.
- De veiligheidsinstructies zijn bedoeld om een correcte installatie en een correct energieverbruik te waarborgen.
Het niet naleven van de geldende veiligheidsinstructies of de instructies in deze handleiding kan leiden tot brand,
elektrocutie of ernstig letsel.
- Het laadpunt is een product met veiligheidsklasse I en wordt geleverd met een aardklem voor
beschermingsdoeleinden.
- De AC-ingangsklemmenblokken moeten worden voorzien van een ononderbreekbare aarding voor
beschermingsdoeleinden. Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en installatieautomaten.
- Vervang een beschermingscomponent nooit door een ander type dat het veiligheidsniveau verlaagt. Controleer
eerst de volledige installatie om te bepalen of die component kan worden gebruikt met de bestaande
installatiecomponenten.
- Voordat u het laadpunt inschakelt, moet u controleren of de beschikbare stroombron past bij de configuratie-
instellingen van het product die staan beschreven in deze handleiding.
- Het doorslaan van de overstroombeveiliging, aardlekbeveiliging of aardlekautomaat kan worden veroorzaakt
door een aardfout, lekkage of een defect relais. Indien na het resetten van de overstroombeveiliging,
aardlekbeveiliging of aardlekautomaat het apparaat niet geactiveerd kan worden of opnieuw doorslaat, moet u
contact opnemen met NewMotion of uw installateur.
2.8.
Etiketten
U moet de waarschuwingsetiketten en informatietekens op het product opvolgen. Zorg ervoor dat de
waarschuwingsetiketten en informatietekens altijd leesbaar zijn en indien nodig worden vervangen. Neem hiervoor
contact op met de fabrikant.
Installation manual – NewMotion Business Pro & Lite 2.1 / 2.2 - 091NMNL13
Draag een veiligheidsbril bij het boren van gaten om uw ogen te beschermen tegen stof of andere deeltjes
die uw ogen kunnen beschadigen.
NL
6