Probleem
Mogelijke oorzaak
- Probleem met
Het ledlampje
elektrisch voertuig
brandt constant
rood terwijl de
- Waarschuwing
voor lage/hoge
laadkabel is
spanning
aangesloten op
- Aardingsfout
zowel het laadpunt
als het voertuig
Het ledlampje
Het laadpunt is
brandt constant
mogelijk defect
geel gedurende
meer dan 10
minuten zonder
aangesloten
laadkabel
Installation manual – NewMotion Business Pro & Lite 2.1 / 2.2 - 091NMNL13
Oplossing
Volg de stappen 1-7 hieronder:
1 Start het laadpunt opnieuw op door het uit te schakelen door de
installatieautomaat in de meterkast (zekeringkast) om te draaien en schakel deze
na 20 seconden weer in. Het duurt ongeveer 5-10 minuten voordat het laadpunt
opnieuw wordt opgestart.
Als dit geen resultaat oplevert, ga dan verder met de volgende stap.
2 Controleer of er een bericht op het dashboard van het voertuig verschijnt.
Als er geen bericht is, ga dan verder met de volgende stap.
3 Controleer of het voertuig kan opladen op een ander laadpunt. Als het ergens
anders niet kan opladen: vertel de klant dat hij naar zijn autodealer moet gaan om
het voertuig te laten testen.
Als het elektrische voertuig op een ander laadpunt kan laden: ga verder met de
volgende stap.
4 Controleer indien mogelijk of een andere voertuig kan opladen op het laadpunt.
Als dit mogelijk is: vertel de klant dat hij naar zijn autodealer moet gaan.
Als een andere voertuig kan opladen op het laadpunt: ga verder met stap 5.
5 Meet de spanning op de huisaansluiting tussen elke fase en nul tijdens een
laadsessie. Het spanningsbereik moet tussen 230 Volt ± 10% liggen (tussen 207
Volt en 253 Volt).
Ligt de spanning buiten het bereik van 10% aan de kant van de huisaansluiting van
de klant, informeer dan de lokale netbeheerder over dit probleem. De netbeheerder
is verantwoordelijk voor het leveren van een spanning binnen dit bereik.
Als de spanning tijdens een laadsessie binnen het bereik van 10% ligt: ga verder
met stap 6.
6 Meet de spanning op het laadpunt tussen elke fase en nul tijdens een
laadsessie. Het spanningsbereik moet tussen 230 Volt ± 10% liggen (tussen 207
Volt en 253 Volt). Als het buiten dit bereik is aan de kant van het laadpunt maar
in orde bij de huisaansluiting, kijk dan of de bedrading van de voedingskabel dik
genoeg is (max. 10 mm2).
Als de spanning tijdens een laadsessie binnen het bereik van 10% ligt: ga verder
met de volgende stap.
7 Meet de aardingsweerstand van het laadpunt, deze moet lager zijn dan 100 Ohm.
Als hij hoger is, installeer dan een goede aardingsoplossing. Bijvoorbeeld: voeg
een aardingspen toe die rechtstreeks op het laadpunt is aangesloten.
Als dit geen resultaat oplevert:
- Het laadpunt is mogelijk defect, neem contact op met uw lokale NewMotion
Installation desk.
Volg stap 1 hieronder:
1 Start het laadpunt opnieuw op door het uit te schakelen door de
installatieautomaat in de meterkast (zekeringkast) om te draaien en schakel deze
na 20 seconden weer in. Het duurt ongeveer 5-10 minuten voordat het laadpunt
opnieuw wordt opgestart.
Als dit geen resultaat oplevert:
- Het laadpunt is mogelijk defect, neem contact op met uw lokale NewMotion
Installation desk.
NL
46