2. Veiligheid
2.1.
Inleiding
Lees de instructies uit deze handleiding goed door voordat u met het product gaat werken. Als u de instructies uit deze
handleiding niet opvolgt, kunt u uzelf en anderen in gevaar brengen.
Houd u altijd aan de informatie op de etiketten en het product label die rechtstreeks op het product zijn aangebracht en
zorg ervoor dat deze informatie good leesbaar blijft.
Houd u altijd aan de toepasselijke wet- en regelgeving die niet in deze handleiding is opgenomen.
2.2.
Beoogd gebruik en redelijkerwijs voorzienbaar verkeerd gebruik
Business Pro & Lite 2.1 zijn laadpuntmodellen die bedoeld zijn voor het opladen van elektrische voertuigen die
compatibel zijn met de definitie en vereisten van IEC-61851 Mode 3. De elektrische voertuigen en kabels die u met dit
laadpunt gebruikt, moeten altijd onbeschadigd zijn en in originele staat verkeren.
De Business Pro & Lite 2.1 is met name geschikt voor grotere parkeerterreinen waar meerdere laadpunten nodig zijn. De
Business Line maakt gebruik van Dynamic Power Sharing om het energieverbruik gelijkmatig te verdelen over de
aangesloten laadpunten.
Dynamic Power Sharing kan worden gerealiseerd door meerdere laadpunten met elkaar te verbinden met
ethernetkabels in een serieschakeling- of sterconfiguratie. Elke groep laadpunten bestaat uit één Business Pro en
maximaal 40 Business Lites, afhankelijk van de gebruikte configuratie.
Zie hoofdstuk 3.5. Het maken van een projectplan voor meer informatie.
Het product mag alleen worden gebruikt binnen zijn prestatiegrenzen en in de toegestane omgevingsomstandigheden,
zie hoofdstuk 3.3. Technische specificaties.
Het volgende wordt beschouwd als voorzienbaar verkeerd gebruik:
• gebruik van adapters, conversieadapters of verlenginrichtingen voor kabels.
• gebruik in een omgeving die afwijkt van de vermelde omgevingsomstandigheden of deze overschrijdt.
• gebruik dat afwijkt van de gegeven werkingsomstandigheden of deze overschrijdt.
• het niet naleven van de instructies in deze handleiding.
• het niet oplossen van fouten, storingen of defecten aan het product die veiligheidsrisico's met zich meebrengen.
• onbevoegde verwijdering of modificatie van onderdelen of veiligheidsvoorzieningen van het product.
• gebruik van reserveonderdelen of accessoires die niet door de fabrikant zijn goedgekeurd.
• gebruik in een ontvlambare en/of explosieve omgeving.
2.3.
Kwalificatie van de installateur
Alleen geautoriseerde technici mogen het product installeren en onderhouden. Ze moeten beschikken over de volgende
kwalificaties:
• ze zijn bekend met en houden zich aan de veiligheidsinstructies en de delen van deze handleiding die betrekking
hebben op de installatie van het product;
• ze zijn bekend met en houden zich aan de toepasselijke lokale, nationale en internationale wet- en regelgeving;
• ze zijn in staat om de mogelijke gevaren van het product te herkennen en de nodige maatregelen te nemen om
personen en eigendommen te beschermen.
2.4.
Beschermende maatregelen
2.4.1. Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
Installation manual – NewMotion Business Pro & Lite 2.1 / 2.2 - 091NMNL13
Draag isolerende handschoenen bij het installeren van draden en elektrische componenten om schade door
statische ontlading te voorkomen.
Draag S3 antistatische veiligheidsschoenen.
NL
5