T20
9 . Sluit de DC-foutstroom detectiemodule aan op de printplaat (zie afbeelding 43 ).
5 . 6 .
Bekabelde interconnectie
1 . Neem de ethernetkabel voor inkomende gegevens van de linker doorvoertule, gezien vanaf de voorkant.
LET OP
Voor Business Pro laadpunten: Controleer het projectplan om te zien of het Business Pro laadpunt is
aangesloten op de backoffi ce via een ethernetkabel of mobiele verbinding. In het geval van een mobiele verbinding
is er geen ethernetkabel voor ingaande data.
1 2 3 4 5 6 7 8
2 . Strip ± 2 cm van de buitenisolatie van de ethernetkabel.
3 . Knip de draden in een rechte lijn en steek ze in een RJ45-connector in de T568B-standaardvolgorde, in
overeenstemming met de afbeelding (zie afbeelding 44 ).
4 . Bevestig de connector aan de draden met een RJ45-krimptang.
5 . Herhaal de stappen 2 - 4 aan de andere kant van de kabel.
LET OP
Voor de verbinding tussen laadpunten: Zorg ervoor dat de andere kant van de kabel door de grijze
doorvoertule in het andere laadpunt wordt gestoken voordat u de RJ45-connector vastzet.
6 . Controleer met behulp van een RJ45-kabeltester of u de connectoren aan beide zijden correct hebt geïnstalleerd.
Installation manual – NewMotion Business Pro & Lite 2.1 / 2.2 - 091NMNL13
I
RJ45
O
NL
29