Figuur 75
1. Testpoort voor circuit van de lift
Onderhoud van maaidek
Veiligheid van het maaidek
Een versleten of beschadigde maai-eenheid kan
breken en een stuk van de messenkooi of het
ondermes kan naar u of naar omstanders worden
uitgeworpen en ernstig lichamelijk of dodelijk letsel
toebrengen.
•
Controleer op gezette tijden de maai-eenheden op
slijtage of beschadigingen.
•
Wees voorzichtig als u de maaidekken
controleert. Omwikkel de maaimessen of
draag handschoenen en wees voorzichtig
als u onderhoudswerkzaamheden aan de
messenkooien en ondermessen verricht. De
maaimessen en ondermessen mogen alleen
g003983
worden vervangen of geslepen; probeer ze nooit
te rechten of eraan te lassen.
•
Let op dat bij machines met meerdere maaimessen
andere messen kunnen gaan draaien doordat u 1
messenkooi draait.
Maai-eenheden wetten
WAARSCHUWING
Contact met de messenkooien of andere
bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
• Houd uw vingers, handen en kleding uit
de buurt van de messenkooien of andere
bewegende onderdelen.
• Probeer de messenkooien nooit met uw
handen of voeten te draaien of aan te raken
terwijl de motor draait.
Opmerking:
voormaaidekken en de achterste maaidekken tegelijk
in werking.
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
laat de maaidekken neer, zet de motor af,
stel de parkeerrem in werking en zet de
activerings-/blokkeringsknop op B
2.
Ontgrendel de stoel en til deze omhoog zodat u
bij de wethendels kunt komen
3.
Stel het contact tussen de messenkooi en het
ondermes af en zorg ervoor dat dit geschikt
is voor het wetten bij alle maaidekken; zie de
Gebruikershandleiding van het maaidek.
4.
Start de motor en laat deze op een laag
stationair toerental lopen.
55
Tijdens het wetten zijn de
(Figuur
.
LOKKEREN
76).