De motor starten en
uitschakelen
Belangrijk:
U moet het brandstofsysteem
ontluchten voordat u de motor start als u
deze voor de eerste keer start, de motor
is afgeslagen omdat de brandstof op was,
of onderhoudswerkzaamheden aan het
brandstofsysteem zijn uitgevoerd; zie
brandstofsysteem ontluchten (bladz.
Motor starten
1.
Neem plaats op de bestuurdersstoel, trap
het tractiepedaal niet in zodat het in de
staat, stel de parkeerrem in
NEUTRAALSTAND
werking, zet de gashendel op S
of de activerings-/blokkeringsschakelaar op
B
is gezet.
LOKKEREN
2.
Draai de contactschakelaar op
/
AAN
VOORGLOEIEN
Opmerking:
Een automatische tijdschakelaar
zorgt ervoor dat de motor 6 seconden wordt
voorgegloeid.
3.
Wanneer de gloeibougies zijn voorverwarmd,
draait u het sleuteltje naar de stand S
Belangrijk:
U mag niet langer dan
15 seconden proberen te starten. Laat het
sleuteltje los zodra de motor start. Als de
motor nogmaals moet worden voorgegloeid,
draait u het sleuteltje eerst op U
vervolgens op A
indien nodig.
4.
Laat de motor op een laag stationair toerental
lopen totdat deze is opgewarmd.
De motor afzetten
1.
Zet alle bedieningsorganen in de
, stel de parkeerrem in
NEUTRAALSTAND
werking, zet de gashendel op
en laat de motor op een laag stationair toerental
lopen.
Belangrijk:
Laat de motor 5 minuten
stationair lopen voordat u deze afzet of
nadat de machine volledig belast is gebruikt.
Indien u dit nalaat, kunnen er problemen met
een turbo-dieselmotor ontstaan.
2.
Draai het sleuteltje op U
contact.
Het
29).
en controleer
NEL
.
TART
en
IT
/V
. Herhaal dit
AN
OORGLOEIEN
LAAG STATIONAIR
en haal het uit het
IT
Toerental van de
messenkooien instellen
Om ervoor te zorgen dat de maaikwaliteit constant en
van hoog niveau blijft en het gazon na het maaien
een gelijkmatig uiterlijk krijgt, is het belangrijk dat
de toerentalregeling van de messenkooien juist is
afgesteld. U stelt het toerental van de messenkooien
als volgt in:
1.
In het InfoCenter (menu instellingen) kiest
u het aantal messen, de maaisnelheid
en de maaihoogte zodat het juiste
messenkooitoerental wordt berekend.
2.
Als verdere afstelling nodig is, kunt u in het
menu instellingen naar beneden scrollen tot u V
messenkooi tpm, A messenkooi tpm of beide
ziet.
3.
Druk op de rechterknop om het toerental te
veranderen. Als de toerentalinstelling wordt
gewijzigd, zal het display het toerental berekend
op basis van de instellingen van het aantal
messen, de maaisnelheid en de maaihoogte
blijven weergeven; u zult echter ook de nieuwe
waarde zien.
Opmerking:
.
messenkooien verhogen of verlagen om
veranderingen in de gazonomstandigheden te
compenseren.
Tegendruk van de hefarm
afstellen
U kunt de tegendruk op de hefarmen van het
achtermaaidek afstellen om de machine aan te
passen voor verschillende gazonomstandigheden en
ervoor te zorgen dat de maaihoogte constant blijft in
zware omstandigheden of op terrein waar een viltlaag
is ontstaan.
U kunt elke tegendrukveer instellen op 4 verschillende
standen. Elke stand verhoogt of verlaagt de tegendruk
op het maaidek met 2,3 kg ten opzichte van de vorige
stand. De veren kunnen op de achterkant van de
eerste actuator van de veer worden geplaatst om alle
tegendruk op te heffen (vierde stand).
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
laat de maai-eenheden zakken, stel de
parkeerrem in werking, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje.
2.
Breng een buis of vergelijkbaar voorwerp aan
over het lange veeruiteinde en draai ze rond
de actuator van de veer tot de gewenste stand
(Figuur
32
U kunt het toerental van de
35).