Figuur 78
1. Testpoort voor
tegengewicht
Doorstroomregeling van
maaidek afstellen
Met de doorstroomregelklep (Figuur 79) kunt u
de snelheid waarmee het voorste maaidek wordt
neergelaten, afstellen.
Figuur 79
1. Doorstroomregelklep
2. Stelschroef voor het
tegengewicht
Onderhoud van het
maaidek
Transportvergrendeling
afstellen
De transportvergrendeling (Figuur 80) moet indien
nodig als volgt worden afgesteld:
1. Hef het frontmaaidek volledig op van de grond,
stel de parkeerrem in werking en zet de motor af.
Verwijder het contactsleuteltje.
2. Draai de flensmoeren los waarmee de draaiarm van
de vergrendeling is bevestigd aan het frame van de
tractie-eenheid.
3. Beweeg de draaiarm van de vergrendeling naar
binnen of naar buiten totdat het rubberen
kussentje van de stelschroef is gecentreerd onder
de vergrendeling van het maaidek. Draai de
flensmoeren vast.
1. Draaiarm van
vergrendeling
2. Stelschroef
4. De afstand tussen het rubberen kussentje van de
stelschroef (Figuur 81) en de vergrendeling van het
maaidek moet 3 mm zijn. Als afstelling nodig is,
moet u aan de stelschroef draaien totdat u de vereiste
afstelling hebt verkregen, en de moer vastdraaien.
53
Figuur 80
3. Vergrendeling van
maaidek