Figuur 5
1. Peilstok
4. Als het oliepeil beneden de VOL-markering staat,
verwijdert u de vuldop (Figuur 6) en vult u bij met
olie totdat het oliepeil de VOL-markering bereikt.
Niet te vol vullen.
Figuur 6
1. Olievuldop
5. Plaats de vuldop en de peilstok terug.
6. Sluit de motorkap en zet deze vast met de
vergrendelingen.
Het koelsysteem controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Controleer het koelvloeistofpeil bij het begin van elke
dag. De inhoud van het systeem is 10,4 liter.
1. Verwijder voorzichtig de doppen van de radiator en
de expansietank (Figuur 7).
Als de motor heeft gelopen, kan de hete
koelvloeistof, die onder druk staat, ontsnappen
indien de radiatordop wordt verwijderd. Dit kan
brandwonden veroorzaken.
• Verwijder de radiatordop nooit als de motor
loopt.
• Gebruik een lap als u de radiatordop
verwijdert en draai de dop langzaam open
om de stoom te laten ontsnappen.
2. Controleer het koelvloeistofpeil in de radiator. De
radiator moet worden gevuld tot de bovenkant
van de vulbuis en de expansietank tot de
VOL-markering.
1. Expansietank
3. Als het koelvloeistofpeil te laag is, moet u bijvullen
met een oplossing die half uit water, half uit
ethyleenglycol-antivries bestaat. Gebruik geen
koelvloeistoffen op basis van alcohol/methanol
of alleen water.
4. Plaats de doppen van de radiator en de expansietank
terug.
Brandstof bijvullen
Gebruik uitsluitend schone, verse dieselbrandstof of
biodiesel met een laag <500 ppm) of ultralaag (<15
ppm) zwavelgehalte. Het cetaangetal moet minimaal
40 zijn. Koop brandstof in hoeveelheden die binnen
180 dagen kunnen worden gebruikt zodat u altijd verse
brandstof heeft.
20
Figuur 7