Inhoud brandstoftank: 72 l liter)
Gebruik zomerdieselbrandstof (Nr. 2-D) bij
temperaturen boven -7° C en winterdieselbrandstof
(Nr 1-D of Nr. 1-D/2-D-mengsel) bij temperaturen
beneden -7° C. Gebruik van winterdieselbrandstof bij
lage temperaturen biedt een lager vlampunt en een lager
stolpunt. Dit vergemakkelijkt het starten en vermindert
de kans dat de filters verstopt raken.
Gebruik van zomerdieselbrandstof bij temperaturen
boven -7° C zal bijdragen aan een langere levensduur
van de pomp dan bij gebruik van winterdieselbrandstof.
Belangrijk: Gebruik geen kerosine of benzine
in plaats van dieselbrandstof. Als u deze
waarschuwing niet in acht neemt, kan dit leiden
tot beschadiging van de motor.
Brandstof is schadelijk of dodelijk bij inname.
Langdurige blootstelling aan dampen kan
leiden tot ernstig letsel en ziekte.
• Voorkom dat u dampen lange tijd inademt.
• Houd uw gezicht uit de buurt van een
vulpijp en de opening van een tank of een
blik met conditioner.
• Houd brandstof uit de buurt van ogen en
huid.
Biodieselklaar
Deze machine kan ook gebruik maken van een
dieselmengsel tot maximaal B20 (20% biodiesel, 80%
petrodiesel). Het deel petrodiesel moet een laag of
ultralaag zwavelgehalte hebben. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht:
• Her deel biodiesel van de brandstof moet voldoen
aan de specificatie ASTM D6751 of EN 14214.
• Het dieselmengsel moet beantwoorden aan
ASTM D975 of EN 590.
• Gelakte oppervlakken kunnen worden beschadigd
door biodiesel.
• Gebruik B5 (biodieselinhoud 5%) of mengels met
een lager percentage in koud water.
• Controleer afdichtingen, slangen en pakkingen, die
in contact met brandstof jkomen, omdat zij in de
loop der tijd hierdoor kunnen worden aangetast.
• De kans bestaat dat een brandstoffilter na verloop
van tijd verstopt raakt, nadat u bent overgestapt op
een biodieselmengel.
• Neem contact op met uw leverancier als u
informatie over biodiesel wenst.
In bepaalde omstandigheden is brandstof
uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of
explosie van brandstof kan brandwonden bij u
of anderen en materiële schade veroorzaken.
• Vul de brandstoftank in de open lucht
wanneer de motor koud is. Eventueel
gemorste brandstof opnemen.
• Vul de brandstoftank nooit als de machine
op een aanhanger in een afgesloten ruimte
staat.
• Rook nooit wanneer u met brandstof bezig
bent en houd de brandstof weg van open
vlammen of vonken.
• Brandstof in een goedgekeurd vat of blik en
buiten bereik van kinderen bewaren. Koop
nooit meer benzine dan u in 30 dagen kunt
opmaken.
• Gebruik de machine uitsluitend als het
complete uitlaatsysteem is gemonteerd en
naar behoren werkt.
21