Figuur 19
3. Druk de zwenkwielas door de zwenkwielarm.
Plaats de opvulstukken (zoals deze oorspronkelijk
zijn geplaatst) en de overige afstandsblokken op de
spilas. Monteer het klemkapje om alles goed vast
te zetten.
4. Verwijder de R-pennen en de gaffelpennen uit de
zwenkwieldraaiarmen (Figuur 20).
5. Draai de spanstang om de draaiarm hoger of
lager te zetten totdat de gaten zich recht voor de
gewenste gaten in de maaihoogtebeugel van het
maaidekframe bevinden (Figuur 20 en Figuur 21).
6. Plaats de gaffelpennen en monteer de R-pennen.
7. Draai de spanstang (met de hand) linksom zodat er
druk op de afstelling staat.
Figuur 20
1. Zwenkwieldraaiarm
2. Montagegaten van as
3. Gaffelpen en R-pen
4. Spanstang
8. Verwijder de R-pennen en de gaffelpennen waarmee
de verbindingen van de demper zijn bevestigd aan
de beugels van het maaidek (Figuur 22). Houd de
gaten in de verbinding van de demper recht voor
de gewenste gaten in de maaihoogtebeugel in het
maaidekframe (Figuur 23). Plaats de gaffelpennen
en monteer de R-pennen.
Belangrijk: De lengte van de verbinding van
de demper mag nooit worden versteld. De
lengte tussen de gatcenters moet 13,7 cm zijn.
1. Verbinding van demper
27
Figuur 21
Figuur 22