Locatiegegevensfuncties
gebruiken/Kaarten weergeven
Selecteer het z (locatiegegevensopties) menu (A47) en stel
Locatiegegevens opnemen in Optiesmenu locatiegeg. op Aan;
de camera ontvangt signalen van de satellieten voor positiebepaling.
De ontvangst van locatiegegevens kan op het
opnamescherm gecontroleerd worden.
• n of o: De signalen worden ontvangen van
vier of meer satellieten of van drie satellieten en
de positiebepaling wordt uitgevoerd.
• z: Er worden signalen ontvangen, maar
positiebepaling is niet mogelijk.
• y: Signalen worden niet ontvangen.
Opnamelocatiegegevens opnemen op de foto
• Tijdens het maken van foto's terwijl positiebepaling wordt uitgevoerd, worden de
verkregen locatiegegevens (breedtegraad en lengtegraad) opgenomen op de
foto's die gemaakt worden.
• Als Kompasweergave in Elektronisch kompas is ingesteld op Aan wordt
tevens een ruwe opnamerichting opgenomen.
Logopname
• Als u Log starten in Log aanmaken selecteert in het optiesmenu locatiegegevens
tijdens het uitvoeren van positiebepaling worden de locatiegegevens van de
plaatsen die u bezoekt met de camera opgenomen met een bepaald interval.
• De opgenomen log (locatiegegevens) kan worden weergegeven op een kaart
wanneer u de log opslaat op een geheugenkaart en vervolgens Log weergeven
selecteert in het optiesmenu locatiegegevens. Beëindig de logopname in Log
aanmaken en selecteer Log opslaan om de opgenomen log op te slaan.
Kaarten weergeven
• Druk op de U (kaart) knop op het
opnamescherm om de huidige positie op de
kaart weer te geven wanneer positiebepaling
wordt uitgevoerd.
• Geef de foto's weer waarbij de
locatiegegevens zijn opgenomen en druk op
de U knop om de opnamelocatie weer te
geven op de kaart.
1/250
1/250
F3.7
F3.7
500m
Huidige stand
25m 0s
25m 0s
880
880
55