Belichtingscompensatie (helderheids-
instelling)
Als de opnamestand is ingesteld op de A (auto) stand, de onderwerpstand of
de stand korte filmvoorstelling, kunt u de helderheid (belichtingscompensatie)
instellen.
1
Druk op de multi-selector K (o).
2
Selecteer een compensatiewaarde
en druk op de k knop.
• Om het beeld lichter te maken, stelt u een
positieve (+) waarde in.
• Om het beeld donkerder te maken, stelt u
een negatieve (–) waarde in.
• De compensatiewaarde wordt toegepast,
zelfs zonder de k knop in te drukken.
C
Belichtingscompensatiewaarde
• In bepaalde opnamestanden is de instelling mogelijk niet beschikbaar (E14).
• Als de belichtingscompensatie wordt ingesteld tijdens gebruik van de flitser, wordt
de compensatie toegepast op de achtergrondbelichting en de flitssterkte.
Belichtingscompensatie
Histogram
+ 2.0
+ 0.3
- 2.0
43