Het menu Wi-Fi-opties
Druk op de d knop M q menupictogram M k knop
Configureer de Wi-Fi (draadloos LAN) instellingen om de camera en een
smarttoestel te verbinden.
Optie
Verbinden met
smart apparaat
Uploaden vanaf
camera
Wi-Fi uitschakelen
Opties
Selecteer dit tijdens draadloos verbinden van de camera
met een smart-toestel. Zie "Aansluiten op een smart-
toestel (Wi-Fi)" (E50) voor meer informatie.
Selecteer dit tijdens draadloos verbinden van de camera
met een smart-toestel. Zie "In de camera opgeslagen
foto's selecteren voor overdracht naar een smart-toestel"
(E52) voor meer informatie.
• De foto's voor de overdracht kunnen in het
fotoselectiescherm geselecteerd worden voordat er
een Wi-Fi-verbinding tot stand wordt gebracht (A53,
E82). De SSID en het wachtwoord van de camera
worden op het scherm weergegeven nadat de foto's
zijn geselecteerd.
Selecteer dit om de draadloze verbinding tussen de
camera en een smart-toestel te verbreken. Zie "De Wi-Fi-
verbinding verbreken" (E51) voor meer informatie.
SSID: Wijzig de SSID. De geconfigureerde SSID wordt
weergegeven op het smart-toestel. Stel een alfanumerieke
SSID in van 1-24 karakters.
Verificatie/encryptie: Selecteer of de communicatie
tussen de camera en het verbonden smart-toestel al
dan niet moet worden beveiligd.
De commnicatie wordt niet beveiligd als Open
(standaardinstelling) is geselecteerd.
• Als WPA2-PSK-AES is ingesteld, wordt het bericht voor
invoeren van het wachtwoord weergegeven wanner de
camera verbonden wordt met het smart-toestel (E50).
Wachtwoord: Stel het wachtwoord in. Stel een
alfanumeriek wachtwoord in van 8-16 karakters.
Kanaal: Selecteer het kanaal dat wordt gebruikt voor
draadloze verbindingen.
Subnetmasker: Gebruik de standaardinstelling
(255.255.255.0) onder normale omstandigheden.
DHCP-server IP-adres: Gebruik de standaardinstelling
(192.168.0.10) onder normale omstandigheden.
Beschrijving
E93